13
Terminal – machinefuncties
13.3
Weergaven in het werkscherm
13.3
Weergaven in het werkscherm
EQG003-009
Welke symbolen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de uitrusting van de machine. De volgende
weergegeven symbolen zijn niet altijd beschikbaar.
Symbool
STOP
2
100/
168
70
120
142
100/
70
Toelichting
Bij uitvoering "TIM 1.0": er is een TIM-functie op de machine actief.
Richtingindicatie.
Richtingindicatie pijlen:
Links en rechts van de richtingindicatie kunnen tijdens de werking pijlen
verschijnen. De pijlen hebben drie verschillende groottes, genummerd van
1 tot 3.
De pijlen tonen de bestuurder naar welke kant en hoe sterk hij bij het rijden
over het zwad zijn richting moet corrigeren om een gelijkmatige vulling van
de perskamer te bereiken.
Wanneer de rijrichting niet wordt gecorrigeerd, begint de weergegeven pijl
te knipperen en klinkt een akoestisch signaal.
Meer informatie over de richtingindicatie,
Baaldiameter instellen en weergeven.
cm
De baaldiameter kan direct op het werkscherm worden ingesteld,
na 148.
170
Bij uitvoering "TIM 1.0": TIM-functie "Achterklep openen en sluiten na
einde van het binden" is geactiveerd. De TIM-functie kan afzonderlijk via
het controlekastje worden uitgeschakeld, bijv. bij ongunstige positie van de
machine voor het uitwerpen van de ronde baal. Voor het configureren van
de TIM-software,
168
cm
120
170
zie
Pagina 180.
zie Pagina 145
VariPack V 190 XC
Originele handleiding 150001187_03_nl
zie Pagi-