Download Print deze pagina

REMKO WKF 85 Montage- En Gebruikershandleiding pagina 47

Verberg thumbnails Zie ook voor WKF 85:

Advertenties

Warmtebron
Er zijn drie warmtebronnen waaraan warmte-
pompen energie kunnen onttrekken. Dat zijn de
lucht, de aarde zelf en het grondwater. De lucht-
warmtepompen hebben het voordeel dat lucht
overal onbeperkt aanwezig is en kosteloos geëx-
ploiteerd kan worden. Een nadeel is echter, dat de
buitenlucht dan het koudst is, als de behoefte aan
warmte het grootste is. Aardwarmtepompen ont-
trekken warmte aan de grond. Dat gebeurt via
buizen die op ca. 1m diepte worden geïnstalleerd
of door middel van een boring in de diepte.
Nadelen zijn het grote benodigde oppervlak voor
de buizen of de hoge prijs voor de boring..
Bovendien kan de aarde permanent afkoelen.
Water-warmtepompen hebben twee bronnen
nodig om warmte uit het grondwater te kunnen
winnen, een zuigbron en een zinkput. Het reali-
seren hiervan is niet overal mogelijk, kan duur zijn
en er moeten vergunningen worden aangevraagd.
Functie van de warmtepomp
Een warmtepomp is een apparaat dat via een
werkmedium omgevingswarmte bij lage tempera-
turen opneemt en daarheen brengt, waar deze
voor verwarmingsdoeleinden kan worden gebruikt.
Warmtepompen werken volgens hetzelfde principe
als de koelkast. Het verschil is dat bij warmte-
pompen het „afvalproduct" van de koelkast, de
warmte, het beoogde doel is.
A
Afb. 52: Werkingsschema verwarmen inverter-warmtepomp
A: Buiten
B: Binnen
C: Warmtepomp buitenmodule
D: Warmtepomp binnenmodule
1
2
3
C
Het koelcircuit bestaat uit de hoofdcomponenten
verdamper, compressor, condensor en expansie-
ventiel. In de lamellenverdamper verdampt het
koelmiddel bij lage druk ook bij een lage tempera-
tuur van de warmtebron, door de opname van
omgevingsenergie. In de compressor wordt het
koudemiddel met behulp van elektrische energie
door verdichting op een hoger druk- en daardoor
ook temperatuurniveau gebracht. Daarna komt het
hete koelmiddelgas in de condensor terecht, een
platenwarmtewisselaar. Hier condenseert het hete
gas en geeft de warmte daarbij aan het verwar-
mingssysteem af. Het vloeibare koelmiddel wordt
nu in een smoororgaan, het expansieventiel, ont-
spant en zo afgekoeld. Daarna stroomt het koel-
middel weer in de condensor en is de kringloop
gesloten.
De besturing wordt door een Smart-Control
gewaarborgd, die niet allen voor de veiligheids-
functies zorgt maar ook voor de zelfstandige en
permanente werking van het systeem. De water-
kringloop van de binnenmodule bij de serie WKF
bestaat uit een laadpomp, platenwarmtewisselaar,
vuilvanger, veiligheidsventiel, manometer, vul- en
aftapventiel, automatische ontluchter en een
debietbewaking. De serie WKF-compact heeft
bovendien een 3-weg-omschakelventiel en een
bufferreservoir.
Wand- en vloerconsoles, een condenswaterreser-
voir, verwarming voor het condenswaterreservoir,
een 3-weg-omschakelventiel, overstroomventiel en
extra sensoren zijn verkrijgbaar als accessoires.
4
1: Compressie
2: Verdampen
3: Expansie
4: Condenseren
B
D
47

Advertenties

loading