8.2
Regelingsmodus instellen
8.2.1 Pompen met bedieningsknop
(Fig. I a):
De regelingsmodus wordt geselecteerd met de bedieningsknop.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Instelbereik verschildruk constant (Δp-c)
Fig. I a, pos. 9: De regelingsmodus Δp-c is actief.
Het getal geeft de opvoerhoogte in meters waterkolom aan.
Instelbereik verschildruk variabel (Δp-v)
Fig. I a, pos. 10: De regelingsmodus Δp-v is actief.
Het getal geeft de opvoerhoogte in meters waterkolom bij het no-
minale debiet aan.
Instelbereik Ext. In
Fig. I a, pos. 8: De externe aansturing is actief. De regelingsmodus
hangt van de technische versie van het product af. (Zie hoofdstuk
"Uitrusting")
De volgende instellingen zijn mogelijk:
•
Instelling gewenste waarde via analoge ingang 0 – 10 V.
•
Instelling gewenste waarde via pulsbreedtemodulatie (PWM).
•
Instelling gewenste waarde bij constant toerental (niet extern aangestuurd).
Fabrieksinstelling
De pomp wordt standaard met de instelmodus "Ext. In" geleverd.
8.2.2 Pompen zonder bedieningsknop
(Fig. I b):
De pomp volgt automatisch de externe besturingsfunctie. De regelingsmodus hangt van de technische versie
van het product af. (Zie hoofdstuk "Uitrusting")
•
Instelling gewenste waarde via analoge ingang 0 – 10 V.
•
Instelling gewenste waarde via pulsbreedtemodulatie (PWM).
•
Instelling gewenste waarde bij constant toerental (niet extern aangestuurd).
8.3
Bedrijf bij externe doorstroming van de pomp
De pomp kan bij een positieve externe doorstroming (generatorbedrijf) met maximaal 100% van het maxi-
male debiet starten en worden gebruikt (bijv. pompen in serieschakeling)
De pomp kan bij een negatieve externe doorstroming (turbinebedrijf) met maximaal 30% van het maximale
debiet starten en worden gebruikt.
LET OP
Ook in de spanningsvrij schakelende toestand kan de pomp doorstroomd worden. De aange-
dreven rotor induceert een spanning binnen de pomp.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
nl
29