nl
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Voor alle werkzaamheden de voedingsspanning uitschakelen en beveiligen tegen opnieuw
inschakelen.
Nooit de regelmodule (Fig. I pos. 5) openen en nooit bedieningselementen verwijderen.
Vanwege de nog aanwezige aanraakspanning die een gevaar vormt voor personen, mogen
werkzaamheden aan de pomp pas na 5 minuten worden uitgevoerd.
Controleer of alle aansluitingen (ook potentiaalvrije contacten) spanningsvrij zijn.
Bij beschadigde regelmodule/kabel de pomp niet in bedrijf nemen.
Bij niet-toegestane verwijdering van instel- en bedieningselementen van de regelmodule
bestaat het gevaar voor een elektrische schok bij aanraking van interne elektrische onderde-
len.
VOORZICHTIG
Materiële schade door ondeskundige elektrische aansluiting!
Bij toepassen van een verkeerde spanning kan de regelmodule worden beschadigd!
•
Het stroomtype en de spanning van de netaansluiting dienen overeen te stemmen met de gegevens op
het typeplaatje!
•
Aansturing via Triacs/halfgeleiderrelais zijn niet toegestaan!
•
Als de isolatie gecontroleerd wordt bij een hoogspanningsgenerator, moet de pomp in de schakelkast van
de installatie aan alle polen van het net worden gehaald.
7.2.1 Stroom
•
Pomp alleen met sinusvormige wisselspanning voeden, 1~230 V 50/60 Hz, DIN IEC 60038.
•
Het ter plaatse aanbrengen van een motorbeveiligingsschakelaar is niet nodig.
•
Als er een lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) wordt toegepast, wordt aanbevolen om een RCD-type A
(pulsstroomsensitief) te gebruiken. Daarbij controleren of de regels voor de coördinatie van elektrische
apparatuur in de elektrische installatie in acht worden genomen en de RCD hier indien nodig op aanpassen.
•
Bij het ontwerp van de lekstroom-veiligheidsschakelaar het aantal aangesloten pompen en hun nominale
motorstroom in acht nemen.
•
Neem per pomp een lekstroom I
•
Bij uitschakeling met niet inbegrepen netrelais moet worden voldaan aan de volgende minimumeisen:
–
Nominale stroom ≥ 8 A
–
Nominale spanning: 250 V wisselstroom
•
Rekening houden met schakelfrequentie:
–
In-/uitschakelingen via netspanning ≤ 100/24 h
–
≤ 20/h bij een schakelfrequentie van 1 min. tussen in-/uitschakelingen via netspanning
7.2.2 Netkabel
•
De netkabel is bedoeld voor de stroomvoorziening van de pomp.
•
Het vrije kabeleinde moet in de schakelkast van de installatie worden opgelegd. Kabelconfiguratie in acht
nemen!
•
Er voor zorgen dat de aansluitkabel niet met leidingen noch met de pomp in contact komt.
26
≤ 3,5 mA in acht.
eff
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04