•
Plaats de beide isolatieschalen en druk deze samen, zodat de geleidingspennen in de tegenoverliggende
boorgaten vastklikken.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken!
De volledige pomp kan zeer heet worden. Bij het achteraf aanbrengen van de isolatie in het
lopende bedrijf bestaat er gevaar voor brandwonden!
• Pomp voor werkzaamheden altijd laten afkoelen.
VOORZICHTIG
Indien warmte niet goed wordt afgevoerd en er zich condensaat vormt,
kunnen de regelmodule en de natlopermotor beschadigd raken!
• Natlopermotor niet isoleren voor warmtebehoud.
• Alle openingen voor de condensaatafvoer (Fig. I, pos. 3) vrij laten.
7.1.4 Isolatie van de pomp in koelsystemen
Toepassing in klimaatinstallaties, koelinstallaties, geothermische installaties en gelijkwaardige systemen met
mediumtemperaturen tot lager dan 0 °C. Op mediumvervoerende delen zoals leidingen en pomphuis kan zich
condensaat vormen.
•
Voor de toepassing in dergelijke installaties moet ter plaatse een diffusiedichte isolatie worden aange-
bracht (bijv. Wilo Cooling Shell).
VOORZICHTIG
Elektrisch defect!
Stijgend condensaat in de motor kan tot een elektrisch defect leiden.
• Het pomphuis alleen tot de scheidingsvoeg met de motor isoleren!
• Condensaatopeningen vrijlaten, zodat in de motor ontstaan condensaat ongehinderd kan
uitstromen!
7.2
Elektrische aansluiting
•
Werkzaamheden aan de elektrische installatie: Een elektromonteur moet werkzaamheden aan de elektri-
sche installatie uitvoeren.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
nl
25