• Laat de motor niet lopen als de boot zich in de
buurt bevindt van iemand in het water.
• Bevestig het koord van de dodemansschakelaar
op de juiste wijze aan de bestuurder.
• Bestudeer, voordat u de buitenboordmotor gaat
gebruiken, eerst de wetten en regels die
betrekking hebben op het gebruik van boot en
motor.
• Breng geen modificaties aan de motor aan.
• Draag altijd een zwemvest als u aan boord bent.
• Gebruik de buitenboordmotor niet zonder
motorafdekkap. Onbeschermd ronddraaiende
delen kunnen verwondingen veroorzaken.
• Laat de beugels, veiligheidslabels, schilden,
afdekplaten en veiligheidsvoorzieningen zitten;
deze zijn gemonteerd voor uw eigen veiligheid.
Brandgevaar
Benzine is uiterst brandbaar en brandstofdampen
kunnen exploderen. Ga uiterst zorgvuldig te werk
met benzine.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
• Vul de tank bij in een goed geventileerde ruimte
en met stilstaande motor. Rook niet en voorkom
open vuur en vonken.
• Mors geen brandstof. Doe de brandstoftank niet te
vol (er mag zich geen brandstof in de vulpijp
bevinden). Draai de tankdop na het vullen goed
dicht. Verwijder gemorste brandstof voordat u de
motor start.
De uitlaat kan erg heet worden en ook na het
uitzetten van de motor nog enige tijd heet blijven.
Aanraking met hete motoronderdelen kan
brandwonden veroorzaken en kan ontbranding
veroorzaken van bepaalde materialen.
• Voorkom aanraking van hete delen van motor en
uitlaatsysteem.
• Laat de motor eerst afkoelen alvorens onderhoud
te plegen of te vervoeren.
VEILIGHEID
Gevaar van koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen bevatten onder andere het giftige
koolmonoxide, een kleurloos en reukloos gas.
Inademing hiervan kan leiden tot bewusteloosheid
en kan zelfs dodelijk zijn.
• Als u de motor laat lopen in een afgesloten of
gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan de lucht
vervuild raken met een gevaarlijke hoeveelheid
uitlaatgas. Zorg voor voldoende ventilatie om te
voorkomen dat uitlaatgassen zich ophopen.
7