In geval van een zigzagvouw moet het adres worden afgedrukt op de laatste pagina van
de set. Bij de andere vouwtypes, bevat het eerste blad van een set altijd het adres. Een
code voor volledige lengte wordt afgedrukt op elk blad van een set. De code moet op
dezelfde locatie op elke pagina verschijnen ongeacht de werkelijke codelengte.
De code op het laatste blad van de set bevat de invoeginstructie. De andere bladen
bevatten de verzamelinstructie. Als een pariteitscontrole wordt gebruikt bij OMR, wordt dit
op elk blad gecontroleerd. Als de code "page n of m" wordt gebruikt bij BCR, wordt de set
ingevoegd op het punt waar n gelijk is aan m.
4.2.2
Aanpassingen
Leeskoppositie
De horizontale positie van de leeskop moet op dezelfde positie worden uitgelijnd als de
positie van de op de documenten afgedrukte tekens. Hieronder wordt de procedure voor
OMR-tekens beschreven. De procedure voor BCR-codes is vrijwel dezelfde. Er zijn speciale
knoppen voor BCR beschikbaar.
Ga als volgt te werk om de leeskop uit te lijnen:
1.
Open het menu "OMR-test" vanuit het
menu "Test" (zie 2.4.6 "Menu Supervisor" op
pagina 17).
2.
Druk op de knop
procedure voor het uitlijnen te starten.
3.
Plaats een document met leestekens in de
feeder (in feeder 1 of 2, afhankelijk van de
geselecteerde job).
4.
Druk op
Het document wordt naar de leeskoppositie
getransporteerd.
5.
Open de speciale kap van de leeskop in
de feeder.
6.
Schuif de leeskop zo dat de rode wijzer zich
precies boven het midden van de leestekens
bevindt.
7.
Open de verticale transportkap en verwijder het document.
8.
Druk op
9.
Druk op
50
om de
.
om de uitlijning te bepalen.
om de procedure voor het uitlijnen te voltooien.