Download Print deze pagina

Advertenties

Inhoudsopgave
1
Lees dit eerst ................................................................................................1
Veiligheid..........................................................................................................1
Conformiteitsverklaring (alleen EU).................................................................1
Over deze handleiding.....................................................................................1
2
Werking van de helpfunctie .........................................................................3
Helpmenu.........................................................................................................3
Gebruikershandleiding.....................................................................................3
Assistentie op afstand (optioneel)....................................................................4
3
Leer uw documentsysteem kennen ............................................................6
Inleiding............................................................................................................6
Systeemoverzicht.............................................................................................7
Bediening.........................................................................................................9
Bedieningspaneel..........................................................................................10
Inschakelen....................................................................................................11
De bediening van het aanraakscherm...........................................................13
Een webbrowser gebruiken............................................................................14
Wat is een job?..............................................................................................15
Joblijst............................................................................................................15
Joboverzicht...................................................................................................16
Documentfeeder voor grote volumes.............................................................20
MaxiFeeder....................................................................................................21
VersaFeeder ..................................................................................................22
Installatie van de Zijuitgang............................................................................23
Opvangbank voor uitgang aan de zijkant.......................................................24
Installatie van de High Capacity Vertical Stacker (HCVS-1)..........................25
Automatisch invoermanagementsysteem (AIMS)..........................................26
Het systeem uitschakelen..............................................................................26

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor quadient DS-85i

  • Pagina 1 Inhoudsopgave Lees dit eerst ....................1 Veiligheid......................1 Conformiteitsverklaring (alleen EU)..............1 Over deze handleiding..................1 Werking van de helpfunctie .................3 Helpmenu......................3 Gebruikershandleiding..................3 Assistentie op afstand (optioneel)..............4 Leer uw documentsysteem kennen ............6 Inleiding......................6 Systeemoverzicht.....................7 Bediening......................9 Bedieningspaneel..................10 Inschakelen....................11 De bediening van het aanraakscherm............13 Een webbrowser gebruiken................14 Wat is een job?....................15 Joblijst......................15 Joboverzicht....................16...
  • Pagina 2 Jobs gebruiken ...................27 Inleiding......................27 Een bestaande job gebruiken................27 Een nieuwe job maken...................28 Automatische jobs..................29 Een automatische job maken.................29 Een handmatige job maken................30 Een testpostset maken...................42 Postsets......................47 Naar een andere feederlade overschakelen..........51 Feederladen koppelen...................52 Een job wijzigen.....................52 Een job opslaan.....................53 Delete or Move an Enclosure.................54 Een job kopi ren....................55 Een job verwijderen..................55 Naam van een job wijzigen................56...
  • Pagina 3 Een draadloze verbinding instellen..............100 De verbinding testen..................102 AIMS-instellingen..................102 Lezen ......................104 Inleiding......................104 Beschrijving van BCR-codes................105 Beschrijving van OMR-codes...............111 Beschrijving van flex-leescodes..............116 Jobs met lezen maken.................117 Leesinstellingen...................121 Uitgangsselectie met lezen................123 Onderhoud door operator ................125 Onderhoudsschema..................125 Borstels reinigen en vervangen..............126 Bevochtigingsdoek vervangen of reinigen............126 Fotocellen kalibreren..................127 Storingen zoeken ..................129 Berichten......................129...
  • Pagina 4 Terminologie .....................154 Terminologie....................154...
  • Pagina 5 Lees dit eerst Veiligheid Zorg dat u de veiligheidsvereisten in de Veiligheidshandleiding hebt gelezen en begrepen. Conformiteitsverklaring (alleen EU) Het product waarop deze handleiding betrekking heeft, voldoet aan de vereisten van geldende richtlijnen. Raadpleeg de conformiteitsverklaring voor meer informatie. Neem voor de beschikbaarheid van dit document contact op met de geautoriseerde dealer.
  • Pagina 6 Symbolen In deze handleiding worden de onderstaande symbolen gebruikt. Dit symbool... Geeft aan... WAARSCHUWING: Geeft een situatie aan die voor mensen gevaarlijk LET OP: Een handeling die u uitvoert kan een risico vormen voor de apparatuur of de post. OPMERKING: Een opmerking waarmee uitleg over verschillende voorbeelden of specifieke gegevens wordt gegeven.
  • Pagina 7 Werking van de helpfunctie Helpmenu De helpknop [?] biedt toegang tot helponderwerpen via een vervolgkeuzemenu. De inhoud van het helpmenu kan voor uw situatie verschillen. Het helpmenu kan de volgende onderwerpen bevatten: • Zoeken; gebruik de zoekmachine om een bepaald onderwerp te vinden. •...
  • Pagina 8 U kunt deze handleiding als volgt gebruiken: Gebruik het inhoudsoverzicht om door de inhoud te bladeren. Wanneer u klaar bent, kunt u de Gebruikershandleiding sluiten met de knop Sluiten. Als u het onderwerp uit de Gebruikershandleiding actief wilt houden, klikt u op Minimaliseren.
  • Pagina 9 Assistentie op afstand is een online hulpmiddel voor helpdeskondersteuning. U kunt het scherm Assistentie of afstand openen door op de knop Assistentie op afstand in het Helpmenu te tikken. Voeg de door de helpdeskmedewerker verstrekte ondersteuningssleutel toe en volg de aanwijzingen van de helpdeskmedewerker.
  • Pagina 10 Leer uw documentsysteem kennen Inleiding Het systeem is een vouw- en vulsysteem waarmee post eenvoudig kan worden verwerkt. Het systeem: • voert documenten in • vouwt de documenten • steekt de documenten in enveloppen • verzegelt de enveloppen • stapelt de enveloppen Automatische controle zorgt ervoor dat in elke envelop het juiste aantal documenten wordt ingevoerd.
  • Pagina 11 Systeemoverzicht...
  • Pagina 12 In de afbeelding wordt een overzicht van het systeem weergegeven. Documentfeeders (1) De feeders zijn het invoergedeelte van het systeem. Er zijn twee typen feeders: de automatische en de speciale feeder. De automatische feeder hoeft niet te worden ingesteld voor de scheiding. Vanaf een feeder kunt u een of meer documenten invoeren (multi-invoer). De feeders hebben een DFC (Double Feed Control).
  • Pagina 13 Zijuitgang (8) De documenten die zijn ingevoerd worden getransporteerd naar de zijuitgang, afhankelijk van de geprogrammeerde job. De uitgang aan de zijkant kan gebruikt worden voor het sorteren en stapelen van documenten in de opvanglade, maar ook voor het transport naar een frankeer-/postmachine.
  • Pagina 14 A - Verticale stapelaar met hoge capaciteit L - luchtpluggen voor reiniging van de sensoren B - loc-kap M - hendel voor handmatig transport van de postset C - ontgrendeling voor loc N - ontgrendelingshendels voor rollers van D - voedingsingang, RS232-connector / enveloptrack USB / modem O - reservoir met verzegelingsvloeistof...
  • Pagina 15 Statusled (C): Een statusled geeft de status van de machine aan. Een groen led geeft aan dat het systeem is ingeschakeld, een knipperend rood led geeft aan dat het systeem is uitgeschakeld. De display is een capacitief aanraakscherm. Om blijvende schade aan het display te voorkomen, moet u geen scherpe voorwerpen gebruiken bij het aanraken van het scherm.
  • Pagina 16 Druk op de aan/uit-nop naast het display. In het geval dat het systeem niet reageert of als het uitschakelen niet lukt, drukt u op de aan-/uitknop en houdt u deze 10 seconden vast om het systeem uit te schakelen. Het scherm Lijst jobs wordt weergegeven op het aanraakscherm.
  • Pagina 17 De bediening van het aanraakscherm. U kunt het aanraakscherm als een tablet bedienen: • Tik : raak het scherm aan met uw vinger en laat deze direct weer los. • Swipen: raak het scherm aan en houd uw vinger op het scherm terwijl u deze naar links, rechts, omhoog of omlaag beweegt.
  • Pagina 18 Een webbrowser gebruiken U kunt een webbrowser openen in de gebruikersinterface van het systeem. Gebruik de webbrowser als volgt: Tik op het pictogram linksboven in het scherm om de webbrowser te openen. U kunt tikken of swipen om door websites te bladeren. Gebruik het toetsenbord als u in de navigatiebalk van de browser of binnen websites wilt typen.
  • Pagina 19 Wat is een job? Als u veel postsets van hetzelfde type moet verwerken (zoals rekeningen), kunt u deze instellingen opslaan in een ´job´. De volgende keer kunt u simpelweg de job selecteren en meteen starten, zonder eerst instellingen te hoeven invoeren. De volgende instellingen worden opgeslagen in een job: •...
  • Pagina 20 5. Joblijst sorteren Het zijmenu bevat het instellingenmenu (zie Instellingenmenu van de gebruiker). Wanneer u als supervisor bent aangemeld, is het instellingenmenu uitgebreid met geavanceerde instellingen (zie Instellingenmenu van de supervisor op pagina 78). Als u meer informatie wilt over een job, selecteert u de job. Met de knop [Joblijst] gaat u terug naar het startmenu.
  • Pagina 21 Als u op [i] tikt, wordt er een overzicht van alle jobgegevens weergegeven.
  • Pagina 22 Hier volgt een lijst met symbolen en de bijbehorende beschrijvingen. Hoofddocument. Document met lezen Toont de juiste Toont de juiste documentstand; A is het documentstand; A is het adres. adres. Dagpost Bijlage Voorziening waarmee postsets één voor één handmatig in het systeem kunnen worden ingevoerd.
  • Pagina 23 Feeders koppelen Overschakelen tussen Feeders koppelen houdt in feederladen dat wanneer een feeder leeg De mogelijkheid om van de is, het systeem automatisch ene naar de andere documenten uit de andere feederlade over te schakelen. feeder haalt. Dit symbool bij de feeders laat zien dat de feeders gekoppeld zijn.
  • Pagina 24 Documentfeeder voor grote volumes De High Capacity Document Feeder (HCDF) is een optie die kan worden geleverd vanuit de fabriek. De High Capacity Document Feeder heeft de capaciteit van tot wel 725 vellen. De gewone documentfeederlader heeft capaciteit voor 325 bladen. Voor meer informatie over de bediening van de HCDF, raadpleegt u het onderwerp over Documenten laden voor de HCDF...
  • Pagina 25 MaxiFeeder De maxiFeeder is een feeder die kan worden bijgevuld met een groot aantal documenten. Deze feeder is bedoeld voor gebruik met BRE´s (retourenveloppen), maar ook standaarddocumenten met een lengte van maximaal 356 mm kunnen ermee worden verwerkt. Voor meer informatie over de bediening van de maxiFeeder, raadpleegt u het onderwerp over Documenten laden voor de maxiFeeder op pagina 63.
  • Pagina 26 VersaFeeder De versaFeeder wordt gebruikt om boekjes in te voeren naar de documentstroom van de feeder naar het vulsysteem, onafhankelijk van hoe dik de kaft is. Vanwege de locatie van de versaFeeder (na de feedermodule) worden documenten die in de versaFeeder worden ingevoerd, niet gevouwen.
  • Pagina 27 Installatie van de Zijuitgang Het systeem kan worden voorzien van een zijuitgang en een opvanglade. De uitgang aan de zijkant kan worden gemonteerd in plaats van de enveloppenlade. Met een zijuitgang kan een doorvoer- of frankeersysteem naast het systeem worden aangebracht. De zijuitgang kan ook worden gebruikt met een opvanglade voor verticale stapeling.
  • Pagina 28 Opvangbank voor uitgang aan de zijkant. Voor het stapelen van enveloppen die de zijuitgang uitkomen, kan een opvanglade worden aangesloten. U kunt een opvanglade selecteren via het tabblad Uitvoerinstellingen van de jobdefinitie (Zie Uitgangsinstellingen).
  • Pagina 29 Installatie van de High Capacity Vertical Stacker (HCVS-1) De verticale stapelaar met hoge capaciteit kan ook worden gebruikt om gevulde enveloppen te stapelen. De verticale stapelaar tot 325 gevulde enveloppen opslaan. Als u over een verticale stapelaar met hoge capaciteit beschikt, moet u deze als volgt op uw systeem installeren: Beweeg de stapelaar zoals door de pijl wordt aangegeven.
  • Pagina 30 Automatisch invoermanagementsysteem (AIMS) Het ´Automatische invoermanagementsysteem¨, afgekort als AIMS, is optionele software. AIMS is software die de doorvoer van documenten in real time monitort via een Documentsysteem (Vouwen-Invoer) met talloze rapportageopties. Daarnaast wordt er melding gemaakt over de documenten die worden behandeld door het Documentensysteem en kan het ook rapporteren over het systeem of het doorvoeren van de documenten.
  • Pagina 31 Jobs gebruiken Inleiding Met het systeem kunt u postsets op de volgende manieren verwerken: • Een bestaande job gebruiken: bestaande jobs worden weergegeven in de joblijst en worden opgeslagen via het 'automatische' of 'handmatige' proces voor het maken van jobs. Het gebruik van een bestaande job wordt beschreven in Een bestaande job gebruiken op pagina 27.
  • Pagina 32 Controleer de testpostset. Als de testpostset OK is: tik op [Start]. Als de testpostset niet OK is: pas de adrespositie of de stoppositie envelop aan, of controleer de jobinstellingen en pas deze aan. Indien gewenst, kunt u op de tellerknop tikken om de tellers in te stellen.
  • Pagina 33 Automatische jobs U kunt elke automatisch gemaakte job opslaan en deze als elke andere job wijzigen. Een automatische job verwerkt postsets volgens de volgende regels: • De machine pakt één vel uit elke gevulde feeder; • De gepakte documenten worden (indien nodig) gevouwen en in een envelop gedaan; •...
  • Pagina 34 Controleer of de adrespositie en de stoppositie envelop correct zijn. Als dit niet het geval is, past u de adrespositie en de stoppositie envelop aan. Indien nodig, kunt u op het tellersymbool tikken om de tellers in te stellen. Zie tellerinstellingen.
  • Pagina 35 Ga verder met de envelopinstellingen (zie Envelop). Postinstellingen Envelop Tik op [Envelop]. Selecteer een vooraf gedefinieerde envelop of maak een aangepaste envelop. Tik desgewenst op [Envelop gebruiken] om het gebruik van enveloppen uit te schakelen als u een job zonder enveloppen wilt maken. Tik op [Verzegeling] om de verzegeling in of uit te schakelen.
  • Pagina 36 Hoofddocument Tik op [Hoofddocument]. Selecteer een vooraf gedefinieerd document of maak een aangepast document. Wijzig het [Aantal] om meer dan een document uit de feeder toe te voegen (toevoer van meerdere vellen). Tik optioneel op Dagpost om dagpost in te stellen op 'Aan' of tik op [Geavanceerd] om de DFC-instellingen in te stellen.
  • Pagina 37 Tik op [Geavanceerd]. Tik op Double Feed Control om de DFC in of uit te schakelen. Tik op Doorgaan na dubbel om deze functie in of uit te schakelen. Als Doorgaan na dubbel is ingeschakeld, zal de machine niet stoppen als er twee vellen worden ingevoerd in plaats van één.
  • Pagina 38 Wijzig het [Aantal] voor meer dan één document uit de feeder. Bevestig de bijlage-instellingen met [OK]. Ga verder met de vouwinstellingen (zie Vouwinstellingen). Vouwinstellingen Standaard wordt het meest logische vouwtype door de machine voorgesteld. Dit vouwtype is gemarkeerd. U kunt echter andere vouwtypen selecteren en hun instellingen wijzigen. Tik op een vouwtype.
  • Pagina 39 Uitgangsinstellingen In de instellingen voor afsluiten is de Vaste uitgang standaard geselecteerd. U hebt de optie om de [Geavanceerd]-knop aan te raken om de Geavanceerde instellingen per taak in te stellen. Tik op [>]. Ga verder met De jobdefinitie voltooien en de job starten of stel de tellerinstellingen Jobinstellingen (per job)
  • Pagina 40 een pluswaarde betekent dat de verzegeling wordt vertraagd. U kunt een getal tussen -20 en 20 invoeren. • Systeemuitvoer: modus 1 modus 2 Modus 1 richt zich op de veelzijdigheid van papierparameters (papierdikte, documentlengte), dat wil zeggen, op een correcte verwerking zelfs onder extreme papieromstandigheden.
  • Pagina 41 • BRE-verschuiving: als de verschuiving is ingesteld op "Ja", zal het laatste document dat aan de set was toegevoegd van de rest worden gescheiden (verschuiving, zie onder). • Optimalisatie van stoppositie verzamelplaats: als dit is ingesteld op 'Aan', wordt er door het systeem geen bericht weergegeven wanneer de systeemuitvoer door een wijziging van de stoppositie verzamelplaats kan worden verbeterd.
  • Pagina 42 AIMS-instellingen In het geval van Poststuk-ID AIMS en Job-ID wordt een barcode gebruikt, de ´Verificatie´-modus kan dan worden ingeschakeld. Wanneer het is ingesteld op ´Verificatie´ worden alle poststukken geverifieerd door de AIMS-server. Wanneer deze is uitgeschakeld, zal de job normaal draaien, maar de poststukken worden dan niet geverifieerd door de AIMS-server.
  • Pagina 43 In het submenu Teller kunt u de teller voor de (dagelijkse) job, de stopteller en de teller totale jobs instellen. Het volgende wordt weergegeven in het submenu Teller: • Jobteller (zoals weergegeven), de teller voor de dagelijkse job: het aantal postsets dat is verwerkt met deze job, nadat op [Start] is getikt.
  • Pagina 44 Tik op de resetknop om de teller totale jobs op nul te zetten. Als u de teller totale jobs op nul instelt, gaat de informatie over het aantal jobs verloren. Tik op [OK] om terug te gaan naar het scherm Joboverzicht en tik op [Start]. De jobdefinitie voltooien en de job starten Wanneer u klaar bent met de uitgangsinstellingen, toont het aanraakscherm een overzicht van de jobinstellingen.
  • Pagina 45 Tik op [1x] om een testpostset te maken (zie Testpostset). Als u wilt, kunt u de job opslaan (zie Een job opslaan). Tik op [Start] om de job te starten.
  • Pagina 46 Een testpostset maken Een testpostset maken Voordat u een bestaande job of een nieuwe, handmatig gemaakte job start, kunt u een testpostset maken. Dit proefvullen is bedoeld om de instellingen van het vulsysteem te valideren: • Controleren of het adres juist is gepositioneerd achter het envelopvenster. Zie adrespositie aanpassen.
  • Pagina 47 De invoegpositie controleren Deze instelling moet alleen worden gecontroleerd in geval van problemen of wanneer het enveloptype wordt gewijzigd. U kunt als volgt de envelopstoppositie controleren: Kies een job en tik op [1x] (alleen envelop). Til de ontgrendeling A van de bovenste eenheid omhoog en til de bovenste eenheid omhoog.
  • Pagina 48 Tik op de envelopknop om nog een envelop op te halen. Zorg dat de invoegpositie juist is. Als dit niet het geval is, herhaalt u de stappen voor het aanpassen van de invoegpositie. De vulvingers van de enveloppen aanpassen Controleer of de positie van de vingers juist is ingesteld: Kies een job en tik op [1x] (alleen envelop).
  • Pagina 49 Volg de instructies op het scherm op. Tik op de pijl om naar het volgende scherm te gaan. Als de vulvingers niet correct zijn, past u de vingers als volgt aan: Draai de geribde knop D op iedere vinger los. Stel iedere vinger zo in dat het uiteinde ongeveer 5 mm (0,2 inch) in de envelop komt.
  • Pagina 50 De adrespositie aanpassen Het aanpassen van de adrespositie is alleen mogelijk nadat een testpostset is gemaakt (door op de knop [1x] te drukken). Als het adres op uw post niet correct achter het envelopvenster valt, kunt u als volgt de adrespositie wijzigen: Kies een job en tik op [1x].
  • Pagina 51 Postsets De scheiding van speciale feeders aanpassen Ga als volgt te werk om de scheiding van speciale feeders aan te passen: Druk de knop A naar voren totdat die klikt. Draai knop A tegen de klok in om de scheiding breder te maken. Plaats een document in de feederlade en schuif dit in het systeem tot deze niet meer verder gaat.
  • Pagina 52 Trek knop A weer terug als u klaar bent. Een postset met BRE's of bijlagen verwerken Een postset met een BRE of bijlage bestaat uit een hoofddocument (adresdrager), een BRE of een bijlage en wellicht andere bijlagen. Deze set wordt ingevoegd in een envelop. Tik in het joblijstmenu op [Nieuwe job].
  • Pagina 53 Draai de geleider aan de linkerzijde A van de bovenste tray naar beneden (niet van toepassing bij gebruik van een Hoge Capaciteit Documentfeeder). De hendel Dagpost B wordt zichtbaar. Verplaats de hendel B naar rechts om de functie Dagpost in te schakelen. Draai linkerzijgeleider A omhoog.
  • Pagina 54 Voer de envelophoogte in. Tik op het tabblad [Flap] als u enveloppen met open flap gebruikt. Selecteer of u enveloppen wilt invoeren met de flappen naar boven (Aan) of met de flappen naar beneden (Uit). Tik op [OK] om de envelopinstellingen op te slaan en te sluiten. Voltooi de vouwinstellingen en de uitgangsinstellingen om de job te voltooien en tik op [Opslaan] om de job op te slaan.
  • Pagina 55 Voer de documenthoogte in. Bevestig de documentinstellingen met [OK]. Voltooi de vouwinstellingen en de uitgangsinstellingen om de job te voltooien en tik op [Opslaan] om de job op te slaan. Volg de instructies die zijn beschreven in 'Een testpostset maken'. Naar een andere feederlade overschakelen U kunt de volgorde van de documenten in de postset niet wijzigen door tussen feeders over te schakelen.
  • Pagina 56 Tik op het gestippelde vak van de feederlade waarnaar u uw document wilt verplaatsen. De nieuwe feederlade is geselecteerd voor het invoeren van het document. Tik op [Opslaan] om de geselecteerde feederlade met de job op te slaan. Feederladen koppelen Ga als volgt te werk om feederladen te koppelen: Selecteer een job uit de joblijst.
  • Pagina 57 Tik op [Wijzigen]. Indien u op [Wijzigen] tikt, wordt de begeleide jobflow gestart waarmee u de gewenste wijzigingen kunt doorvoeren. Breng de gewenste wijzigingen aan. Wanneer u de jobprogrammering hebt voltooid, tikt u op [Opslaan] om de wijzigingen op te slaan. Tik op [1x] om ervoor te zorgen dat de invoegpositie en de adrespositie correct zijn (zie De invoegpositie controleren...
  • Pagina 58 Voeg, indien nodig, een beschrijving aan de job toe. De beschrijving is zichtbaar in de joblijst. Tik op [OK] om de job op te slaan. De job wordt toegevoegd aan de joblijst. Delete or Move an Enclosure Ga als volgt te werk als u een bijlage in uw job wilt verwijderen, of de volgorde van de bijlagen wilt wijzigen: Selecteer in het joblijstmenu een job die u wilt bewerken.
  • Pagina 59 Tik op de pijlknoppen [>] om de andere jobdefinitiestappen te doorlopen en sluit de jobeditor. Tik op [Opslaan] om de wijzigingen op te slaan. Tik op [1x] om ervoor te zorgen dat de invoegpositie en de adrespositie correct zijn (zie De invoegpositie controleren De adrespositie aanpassen).
  • Pagina 60 Tik op [Wissen]. Tik op [OK] om te bevestigen. Naam van een job wijzigen Ga als volgt te werk om de naam van een job te wijzigen: Tik op een job en houd de job vast in het joblijstmenu. Tik op [Naam wijzigen]. Voer de naam van de nieuwe job in en tik op [OK].
  • Pagina 61 Een job vergrendelen Ga als volgt te werk om een bestaande job te vergrendelen: Meld u aan als supervisor. Tik op een job en houd de job vast in het joblijstmenu. Tik op [Vergrendelen]. Tik op [OK] om te bevestigen. De job geeft een vergrendeling weer in de joblijst.
  • Pagina 62 Het systeem laden Documentstand Op het aanraakscherm wordt weergegeven hoe documenten en enveloppen in de feeders moeten worden geplaatst. In de tabel wordt de betekenis van de symbolen weergegeven: Adresdrager met bedrukte zijde boven en kop voor (bovenste adres) Adresdrager met bedrukte zijde boven en kop voor (onderste adres) Adresdrager met bedrukte zijde beneden en voet voor (bovenste adres) Bijlage met bedrukte zijde boven Bijlage met bedrukte zijde beneden...
  • Pagina 63 Documentfeederladen De documentfeederladen installeren Ga als volgt te werk om de documentfeederladen in positie te plaatsen: Houd de documentfeederlade een beetje schuin zoals op de afbeelding wordt weergegeven. Plaats het voorste einde van de documentfeederlade onder de twee zwarte rollen.
  • Pagina 64 Beweeg de documentfeederlade naar boven (waarbij de zwarte rollen omhoog gaan) totdat de feederlade op zijn plaats kan worden vastgehaakt. Verplaats de documentfeederlade naar de machine en beweeg de haken over de bevestigingspunten (aan beide zijden). Laat de documentfeederlade rusten op de machine. De zijgeleiders aanpassen Om de zijgeleiders aan te passen, kunt u het beste de documentfeederlade als volgt van de feeder afhalen:...
  • Pagina 65 Beweeg de documentfeederlade naar boven om deze los te maken en trek deze dan uit de feeder. Draai knop B een halve slag los. Pak de zijgeleiders in het midden vast en duw ze zo ver mogelijk uit elkaar. Plaats een kleine stapel documenten tussen de zijgeleiders. Pak de zijgeleiders in het midden vast en beweeg ze in de richting van de documenten.
  • Pagina 66 Documenten laden U kunt als volgt de documentfeederlade vullen: Open de linkerzijgeleider A door deze naar beneden te draaien. De invoerrollen worden automatisch opgetild. Plaats een stapel documenten tussen de zijgeleiders. Draai de linkerzijgeleider weer omhoog.
  • Pagina 67 Documentscheiding De term ‘Documentscheiding’ heeft betrekking op de instelling die nodig is om het bovenste document van de stapel te scheiden van het onderliggende document. Hiermee wordt voorkomen dat meerdere documenten tegelijk van de stapel worden getrokken. Het scheiden van het document voor de automatische feeders, staat automatisch ingesteld; handmatige aanpassingen zijn niet nodig.
  • Pagina 68 U kunt als volgt de zijgeleiders instellen: Neem een stapel documenten/retourenveloppen en plaats deze in de feederlade. BRE's met de flap naar beneden en kop voor (de bovenrand wijzend naar het systeem). Pas de zijgeleiders aan door het duimwiel A zo te draaien dat de documenten/BRE's net passen en zonder weerstand kunnen bewegen.
  • Pagina 69 Als de maxiFeeder wordt gebruikt bij een feeder voor automatische scheiding, wordt de scheiding automatisch ingesteld. De maxiFeeder kan ook worden gebruikt op een feederpositie met een handmatig ingestelde scheiding. U kunt dit als volgt instellen: Verwijder documentfeederladen 2 en 3. De laagste feeder is feeder 1.
  • Pagina 70 Documenten laden (maxiFeeder) Wanneer u de maxiFeeder laadt, moet u ervoor zorgen dat de documenten/BRE's parallel zijn gepositioneerd ten opzichte van de invoerplaat om juiste invoer te verzekeren. De invoerplaat schuift automatisch omhoog (als het systeem begint met de verwerking) totdat de documenten/retourenveloppen zich onder de rubberen papiertrekkers bevinden.
  • Pagina 71 U kunt als volgt documenten bijvullen: Knijp in de twee blauwe hendels A en B. Schuif de invoerplaat C naar de achterste positie. Maak de stapel documenten los en plaats deze in de feederlade. BRE's met de flap naar beneden en kop voor (de bovenrand wijzend naar het systeem).
  • Pagina 72 Documentfeeder voor grote volumes De zijgeleiders aanpassen U kunt als volgt de zijgeleiders B instellen: Draai knop D een halve slag los. Deze knop bevindt zich onder de feederlade. Plaats een kleine stapel documenten tussen de zijgeleiders. Draai wiel E. De ruimte tussen de zijgeleiders en de documenten moet zodanig zijn dat deze nog net kunnen worden verschoven.
  • Pagina 73 Draai knop D weer vast. Documenten laden (HCDF) U kunst als volgt de documentfeederlade bijvullen: Trek hendel A naar beneden. De feederrollen C bewegen omhoog naar vulhoogte. Plaats een stapel documenten tussen de zijgeleiders (max. 725 bladen, 80 g/m2). Documentstand voor informatie over het plaatsen van documenten in de feederlade.
  • Pagina 74 versaFeeder De zijgeleiders aanpassen De zijgeleiders kunnen als volgt worden aangepast: Plaats een stapel documenten in de feederlade.
  • Pagina 75 Pas de zijgeleiders B van de feederlade aan door het duimwiel C te draaien. Zorg ervoor dat er genoeg ruimte is, zodat de documenten zonder belemmering kunnen bewegen. Te veel speling veroorzaakt schuin schuiven. De documentscheiding aanpassen Controleer voordat u de instellingen aanpast of de ontgrendeling D voor de scheidingsunit gesloten is (omlaag).
  • Pagina 76 Draai het wiel voor het instellen van de scheiding met de klok mee totdat u een lichte weerstand voelt als u het document naar voren en naar achteren beweegt. Draai het wiel voor het instellen van de scheiding met de klok mee om de weerstand te verhogen of tegen de klok in om de weerstand te verminderen.
  • Pagina 77 Steun voor kromgetrokken retourenveloppen (optie voor VersaFeeder) Afhankelijk van de kwaliteit van het papier, de omstandigheden tijdens opslag, enzovoort, kunnen enveloppen kromtrekken. Hierdoor kunnen kleinere retourenveloppen scheef komen te liggen wanneer deze worden verwerkt door de versaFeeder. Er is een speciale steun beschikbaar waarmee kromgetrokken enveloppen goed kunnen worden verwerkt.
  • Pagina 78 Duw hendel B terug. Maak de stapel enveloppen los en plaats de stapel boven op de onderste envelop tussen de zijgeleiders. Verplaats de zijgeleiders richting de enveloppen. De ruimte tussen de zijgeleiders en de enveloppen moet zodanig zijn, dat deze nog net kunnen worden verschoven.
  • Pagina 79 Vul het reservoirB tot de lipC met sluitvloeistof. Sluit de voorkap A Wacht ongeveer vijf minuten totdat de borstels zijn bevochtigd voordat u de job start. Als het vloeistofreservoir bijna leeg is, wordt op het aanraakscherm een bericht weergegeven om u te waarschuwen het reservoir bij te vullen.
  • Pagina 80 Instellingenmenu Het instellingenmenu openen In het instellingenmenu voor de gebruiker is het mogelijk om de displayinstellingen te wijzigen en de lokalisatie in te stellen. Ga als volgt te werk als u de instellingen voor de gebruiker wilt bekijken of wijzigen: Ga naar de joblijst en tik op het zijmenu aan de linkerkant en selecteer [Instellingen].
  • Pagina 81 Tik op [Displayinstellingen] als u het volgende wilt doen: - stel de 'Sleutel' in op aan/uit - stel het Volume in - stel de achtergrondverlichting in - stel de helderheid in Als u de achtergrondverlichting en helderheid wilt inschakelen, is er een testpatroon beschikbaar dat ter referentie kan worden gebruikt.
  • Pagina 82 Instellingenmenu voor de supervisor Het instellingenmenu openen (Supervisor). Ga als volgt te werk als u de instellingen voor de supervisor wilt bekijken of wijzigen: Meld u aan als supervisor met de pincode 2546.
  • Pagina 83 Ga naar de joblijst en tik op het zijmenu aan de linkerkant en selecteer [Instellingen]. Configuratie Configuratie Het configuratiemenu bevat de configuratie-instellingen voor het systeem. Systeeminfo Het gedeelte Systeeminfo van het configuratiemenu bevat de volgende informatie: • Flex-certificaat - deze optie wordt gebruikt voor lezen •...
  • Pagina 84 Software-overzicht In het gedeelte Software-overzicht van het configuratiemenu worden de versies weergegeven van de software die in het systeem aanwezig is.
  • Pagina 85 Gelicentieerde opties Het gedeelte Gelicentieerde opties van het configuratiemenu bevat de volgende informatie: • Chip-ID • Serienummer • Geïnst. opties De geïnstalleerde opties worden ingeschakeld met licentiecodes. Deze licentiecodes activeren samen met het identificatienummer van de machine de betreffende opties. De ingeschakelde en beschikbare softwareopties worden op dit scherm weergegeven.
  • Pagina 86 Online licentiebeheer Bij het inschakelen wordt er een online controle uitgevoerd, als het systeem is verbonden met een netwerk, om te bepalen of er nieuwe functies beschikbaar zijn en de gelicentieerde functies nog steeds actief zijn. Als bijvoorbeeld de einddatum van de licentie nadert, wordt er een pop-upbericht weergegeven met de licenties die binnenkort vervallen.
  • Pagina 87 Een gelicentieerde optie toevoegen Ga als volgt te werk om een gelicentieerde optie toe te voegen: Voer in het scherm Gelicentieerde opties van het configuratiemenu de licentiecode Tik op [Toevoegen]. De licentiesleutel wordt door het systeem geverifieerd. Als de licentiesleutel is geverifieerd, wordt de optie aan het systeem toegevoegd en kan deze worden gebruikt.
  • Pagina 88 Lokalisatie Tik op [Lokalisatie] als u de documentstandaard of de taal wilt wijzigen. Wanneer u een toetsenbord nodig hebt om bijvoorbeeld een jobnaam in te voeren, krijgt u een speciaal toetsenbord voor Russisch, Tsjechisch en Katakana. Het toetsenbord heeft altijd een knop om terug te keren naar het Engelse toetsenbord.
  • Pagina 89 Display-instellingen het instellingenmenu voor de gebruiker op pagina 76. Datum-tijd Tik op [Datum/tijd] voor het instellen van de: • Datum • Tijd • Datumnotatie; u kunt uit drie notaties kiezen om de datum weer te geven: dd-mm-jjjj, mm-dd-jjjj of jjjj-mm-dd •...
  • Pagina 90 Productie-instellingen Het gedeelte Productie-instellingen van het instellingenmenu bevat instellingen voor het leegmaken van de enveloptrack als u een (andere) job uit de joblijst selecteert of een nieuwe automatische job start. U kunt kiezen uit drie opties: • Altijd • Vragen •...
  • Pagina 91 Overschakelen naar een bestaande job De gebruiker selecteert Altijd en tikt op de knop 1x of Start:: er wordt een pop-upbericht weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd of de enveloppen moeten worden verwijderd. De volgende twee opties zijn mogelijk: De gebruiker selecteert dat de enveloppen moeten worden verwijderd: a.
  • Pagina 92 Een nieuwe automatische job maken De gebruiker selecteert Altijd en tikt op de knop 1x: er wordt een pop-upbericht weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd of de enveloppen moeten worden verwijderd. De volgende twee opties zijn mogelijk: De gebruiker selecteert dat de enveloppen moeten worden verwijderd: a.
  • Pagina 93 Het gedeelte Jobinstellingen van het instellingenmenu bevat instellingen waarmee de verwerking van jobs wordt verbeterd: • Flapsluiterverschuiving: als u de verzegeling van specifieke enveloppen wilt verbeteren, kunt u het moment van verzegelen vertragen of versnellen. U voert het aantal pulsen in. Een minuswaarde betekent dat de verzegeling wordt versneld en een pluswaarde betekent dat de verzegeling wordt vertraagd.
  • Pagina 94 • BRE-verschuiving: als de verschuiving is ingesteld op "Ja", zal het laatste document dat aan de set was toegevoegd van de rest worden gescheiden (verschuiving, zie onder). • Optimalisatie van stoppositie verzamelplaats: als dit is ingesteld op 'Aan', wordt er door het systeem geen bericht weergegeven wanneer de systeemuitvoer door een wijziging van de stoppositie verzamelplaats kan worden verbeterd.
  • Pagina 95 De voorwaarden zijn: • Er wordt geen multi-invoer gebruikt voor de BRE's. • Het document direct onder de BRE moet minimaal 60 mm hoger zijn dan de BRE. • De hoogte van de BRE is meer dan de ingestelde vouwlengte. •...
  • Pagina 96 Diagnose Diagnose Het diagnosemenu bevat de basisfuncties voor diagnose die voor een supervisor beschikbaar zijn. Systeemtest Gebruik de [Systeemtest] om te controleren of alle motoren, koppelingen en sensoren correct zijn aangesloten. De test schakelt de actuators en de koppelingen kort in en meet vervolgens de stroom.
  • Pagina 97 Wanneer de test is voltooid, wordt het statusrapport weergegeven. Dit rapport bevat een lijst met alle problemen die tijdens de diagnose zijn gevonden. Als testen mislukken, neemt u contact op met uw serviceorganisatie. Onderhoud Wanneer er teveel papierstof rond de sensoren is opgebouwd, wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven.
  • Pagina 98 OMR-codedefinitie Op het scherm voor het lezen van de OMR-codedefinitie wordt de configuratie van het systeem voor OMR weergegeven. Voor elke OMR-codeoptie wordt aangegeven of deze is in- of uitgeschakeld. Wanneer een optie is ingeschakeld, wordt op het scherm informatie weergegeven over wat het systeem doet wanneer er een teken of geen teken wordt gelezen.
  • Pagina 99 BCR 1D-codedefinitie Op het scherm BCR 1D-codedefinitie wordt alleen informatie weergegeven wanneer er een configuratieblad wordt gelezen. Er wordt weergegeven welke codes zijn ingeschakeld en hoe deze werken. BCR 2D-configuratieblad Met de optie voor het lezen van een BCR 2D-configuratieblad kunt u een configuratieblad lezen.
  • Pagina 100 BCR 2D-codedefinitie Op het scherm BCR 2D-codedefinitie wordt alleen informatie weergegeven wanneer er een configuratieblad wordt gelezen. Er wordt weergegeven welke codes zijn ingeschakeld en hoe deze werken. Laatste afbeelding Op het scherm Laatste afbeelding wordt het resultaat weergegeven van de laatste code die door het systeem is gelezen.
  • Pagina 101 Historie Op het scherm Historie wordt een overzicht van de uitgevoerde jobs weergegeven. Tik op het tabblad [Historie] om de jobhistorie te bekijken. Tik op de vervolgkeuzeknop [Vandaag] als u de jobs wilt bekijken die 'Vandaag', 'Vorige week' of 'Alles' zijn uitgevoerd. De historie wordt weergegeven op het aanraakscherm.
  • Pagina 102 Het systeem met internet verbinden Opties voor verbinding Verbind het systeem met internet op een van de volgende manieren: • Bekabelde verbinding met gigabit Ethernetverbinding: • Verbinden met DHCP (automatisch IP-adres) • Handmatige configuratie • Draadloze verbinding: • Zoeken naar SSID •...
  • Pagina 103 Open het instellingenmenu voor de supervisor. Tik op het tabblad Instellingen, [Connectiviteit]. Tik op [LAN-instellingen].
  • Pagina 104 Selecteer Bekabeld in het vervolgkeuzemenu Verbindingstype. Stel IP-adres automatisch ophalen (DHCP) in op Ja of Nee. Bij de instelling Ja maakt het systeem automatisch verbinding met het LAN. Bij de instelling Nee moet een verbinding handmatig worden ingesteld. Voer de benodigde details in om een handmatige verbinding in te stellen.
  • Pagina 105 Selecteer Draadloos in het vervolgkeuzemenu Verbindingstype. Kies of u de SSID handmatig wilt invoeren of dat u naar een draadloos netwerk wilt zoeken. Als u naar een netwerk wilt zoeken, tikt u op [Netwerk zoeken]. Wanneer u de netwerkgegevens hebt ingevoerd of een netwerk hebt geselecteerd uit de zoekopdracht, tikt u op [Verbinden] om verbinding met het netwerk te maken.
  • Pagina 106 De verbinding testen Wanneer u een verbinding met het netwerk hebt gemaakt, gaat u als volgt te werk om de verbinding te testen: Open het instellingenmenu voor de supervisor. Tik op het tabblad Instellingen, [Connectiviteit]. Tik op [Test verbindingen]. Tik op de knop [Testen]. Het systeem test de IP-adressen die zijn gedefinieerd bij de LAN-instellingen.
  • Pagina 108 Lezen Inleiding Codetypen Met de leesoptie kan het systeem speciale codes lezen die op de documenten zijn afgedrukt. De code bevat informatie over het verwerken van de documenten. Het systeem kan de volgende typen code gebruiken: • BCR 1D: eendimensionale streepjescode •...
  • Pagina 109 Algemene vereisten voor afgedrukte codes Neem het volgende in acht als u documenten afdrukt om te lezen: • Zorg dat de lint- of tonerkwaliteit voldoende is. • Druk de code in het zwart af op een witte achtergrond. • Codes op hetzelfde vel moeten een gelijke intensiteit hebben. •...
  • Pagina 110 Ondersteunde 1D-streepjescodes Code 39 Interleaved 2 van 5 Code 128, horizontaal afgedrukt Opmerking: Een verticaal afgedrukte "Code 128" wordt niet ondersteund. Het kan werken, maar het wordt niet aangeraden omdat het heel gevoelig is voor snelheidsvariaties. - Minimale lijndikte van een balkje: 0.20 mm (0,008") - Maximum lijndikte van een streepje (kleinste element): 0.50 mm (0,02") - De dikteverhouding van dikke balkjes ten opzichte van dunne balkjes: 2.2 - Gewenste afdrukkwaliteit: 600 dpi...
  • Pagina 111 Ondersteunde 2D-streepjescodes Gegevensmatrix - Minimale celgrootte 0,30 mm - Maximale celgrootte 0,50 mm - Labelgrootte max. 30 vierkante mm - Voorkeur voor afdrukkwaliteit 600 dpi - Afdrukafwijking van pagina tot pagina, maximaal +/-2 mm max. - Achtergrondkleur: Wit - Datamatrix kan gelezen worden in alle richtingen - Minimum witte ruimte 2 mm, rondom.
  • Pagina 112 - Minimale celgrootte 0,30 mm - Maximale celgrootte 0,50 mm - Labelgrootte max. 30 vierkante mm - Voorkeur voor afdrukkwaliteit 600 dpi - Afdrukafwijking van pagina tot pagina, maximaal +/-2 mm max. - Achtergrondkleur: Wit - QR kan gelezen worden in alle richtingen - Minimum witte ruimte 4 mm, rondom.
  • Pagina 113 Positie van de code op het document Leidende en afwijkende marges Barcode moet minstens 7 mm vanuit de afwijkende en leidende marges van het blad worden gepositioneerd. LH en RH marges * Documentbreedte <= 210 mm, houd tenminste 2 mm ruimte vrij vanaf beide zijranden. Documentbreedte >...
  • Pagina 114 Hogere leessnelheid Om een hogere leessnelheid te realiseren met een hogere output als gevolg, moet aan de volgende vereisten worden voldaan: • de leesmarkeringen / barcode moet tussen de 7 en 85 mm vanaf de bovenzijde van het blad worden afgedrukt; •...
  • Pagina 115 Geavanceerde licentie voor BCR Voor de geavanceerde licentie voor BCR zijn de volgende functies beschikbaar: • De basisfuncties (invoeren/samenvoegen, Klant-ID). • Volgorde van vellen - elk vel heeft een nummer, onafhankelijk van de documentset waar het aan toebehoort. Als een vel ontbreekt, wordt een foutmelding gegeven. •...
  • Pagina 116 Minimale lijndikte van een markering: 0,2 mm (0,008 inch). De eerste markering van boven is standaard ingesteld op: 100 mm (3,9 inch). Deze parameter is ingesteld in de jobinstellingen. De code moet op elke pagina hetzelfde aantal tekens hebben. Het witte gebied in de afbeelding geeft de grenzen aan waar de code kan worden afgedrukt. OMR-licentietypen Er zijn twee OMR-licentietypen: •...
  • Pagina 117 Basislicentie voor OMR Voor de basislicentie voor OMR zijn de volgende functies beschikbaar: • Startteken: geeft het begin van de code aan. • Invoegen/verzamelen: bepaalt wanneer een documentset voltooid is en in een envelop moet worden geplaatst. • Pariteitscontrole: door het toevoegen van een pariteitsteken kan de leescode worden gecontroleerd.
  • Pagina 118 Geavanceerde licentie voor OMR Voor de geavanceerde licentie voor OMR zijn de volgende functies beschikbaar: • De basisfuncties (Start, Invoeren, Pariteit, Veiligheid). • Omleidingsteken (omleiden en doorgaan) - de set wordt omgeleid en het systeem gaat door. • Stopteken (omleiden en stoppen) - de set wordt omgeleid en het systeem stopt en geeft een fout weer (FT1-RE1-000 - Lezen gestopt - stopteken gelezen).
  • Pagina 119 Algemene opmerkingen over OMR Algemene opmerkingen: • Wat OMR betreft, moeten de tekens altijd worden gebruikt in de volgorde die wordt weergegeven in de afbeelding. • Als een functie wordt onderdrukt, gaat de volgende functie één regel omhoog. • De tekendefinitie is een service-instelling.
  • Pagina 120 Een voorbeeld van een OMR-code In de afbeelding wordt de legenda voor het volgende voorbeeld weergegeven. In dit voorbeeld wordt een set met acht vellen, één selectieve invoer en drie volgordecontroletekens weergegeven. • De eerste positie wordt gebruikt voor het startteken dat op elk blad moet worden afgedrukt.
  • Pagina 121 Jobs met lezen maken Een BCR-job maken Een BCR job maken Ga als volgt te werk om een job met BCR te maken: Tik in het joblijstmenu op [Nieuwe job]. Kies [Handmatig] om de jobinstellingen te defini ren. Selecteer een envelop. Tik op [Hoofddocument].
  • Pagina 122 Indien nodig kan het maximum aantal vellen opnieuw worden ingesteld. Raadpleeg Leesinstellingen voor meer details over het wijzigen van deze instellingen. Een configuratieblad lezen Als u de codedefinitie voor BCR wilt instellen, gebruikt u een BCR-configuratieblad. De configuratiebladfunctie is beschikbaar wanneer u als supervisor op pagina 6 bent aangemeld.
  • Pagina 123 Tik op [Opslaan] om de nieuwe definitie van de streepjescode op te slaan. Na het lezen van een configuratieblad, kunnen jobs die gebruikmaken van BCR zijn gewijzigd. Deze jobs zijn gemarkeerd met een uitroepteken. Controleer de jobinstellingen voordat u de job uitvoert.
  • Pagina 124 12. Indien nodig past u de positie vanaf de bovenkant en vanaf de linkerkant aan. Verifieer opnieuw met behulp van een voorbeeldblad. 13. Tik op de informatieknop om de gelezen OMR-tekens te verifi ren. 14. Tik op [OK] en voer de resterende stappen uit om de job te voltooien. 15.
  • Pagina 125 Selecteer het codetype [Flex ..]. Afhankelijk van het flexcodetype moeten de OMR- of BCR-instellingen worden geconfigureerd. Voer de resterende stappen uit om de job te voltooien. Indien nodig kan het maximum aantal vellen opnieuw worden ingesteld. Zie Leesinstellingen voor meer details over het wijzigen van deze instellingen. Leesinstellingen Wanneer u een leesjob voor OMR, BCR, 1D/2D of flex-lezen maakt, kunnen de volgende opties worden ingesteld:...
  • Pagina 126 • Maximum aantal vellen: gebruik de knop [-] of [+] om het maximum aantal vellen in de documentset te selecteren. • Stoppen bij overloop bladen: hiermee wordt aangegeven of het systeem wel of niet moet stoppen als een set groter is dan het maximale aantal vellen, zoals is opgegeven in de instelling "Maximum aantal vellen".
  • Pagina 127 • Stop bij leesfout: hiermee wordt aangegeven of het systeem wel of niet moet stoppen bij het verkeerd lezen van een code. Als “Aan” is ingesteld, stopt het systeem na een leesfout. De onjuiste set wordt omgeleid. Nadat het systeem opnieuw is ingesteld, zal het laatste gedeelte van de set ook worden omgeleid en zal het systeem verdergaan met de verwerking.
  • Pagina 128 Wanneer u een job met lezen hebt, zijn er meer opties voor de uitgangsselectie beschikbaar: • Vaste uitgang: tik op [Instellingen] om te selecteren welke uitgang voor deze job moet worden gebruikt. Als u de stapelaar selecteert, kunt u ervoor kiezen het systeem te laten doorgaan op de zijuitgang wanneer de stapelaar vol is.
  • Pagina 129 Onderhoud door operator Onderhoudsschema Koppel de machine los van de netvoeding voordat u onderhoud uitvoert. De gebruiker mag niet proberen andere onderhoudswerkzaamheden uit te voeren dan de werkzaamheden die in deze bedieningshandleiding worden beschreven. Andere onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
  • Pagina 130 Borstels reinigen en vervangen Maak de borstels van de envelopverzegeling schoon als deze vuil of verzadigd zijn of vervang de borstels als volgt: Bevochtig de nieuwe borstels met water. Verwijder de borstels een voor een door deze naar beneden uit de borstelhouder te trekken.
  • Pagina 131 Verwijder de klep met bevochtigingsdoek D. Verwijder klemmen C om de bevochtigingsdoek te verwijderen. Reinig of vervang de bevochtigingsdoek. Fotocellen kalibreren Wanneer er teveel papierstof rond de sensoren is opgebouwd, wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven. Ga in dat geval als volgt te werk om de fotocellen te kalibreren: Meld u aan als supervisor.
  • Pagina 132 Tik op [Onderhoud]. Kies welke fotocellen u wilt kalibreren. Verwijder alle documenten en enveloppen en sluit alle kappen voordat u de kalibratie start. Tik op [Fotocellen kalibreren].
  • Pagina 133 Storingen zoeken Berichten Inleiding Er bestaan drie verschillende soorten berichten: • Indicaties • Waarschuwingen • Fouten Indicaties Wanneer u een job uitvoert, kunnen indicaties eruitzien als de indicaties in het voorbeeld.
  • Pagina 134 Waarschuwingsbericht Wanneer er een waarschuwingsbericht wordt weergegeven, wordt op het scherm de volgende informatie weergegeven: • Een indicatie van het gebied waarin de gebeurtenis zich heeft voorgedaan. • Een beschrijving van de waarschuwing • Een voorgestelde oplossing achter de pijl. •...
  • Pagina 135 Als er een fout optreedt, wordt op het aanraakscherm een scherm met de volgende informatie weergegeven: • Een indicatie van het gebied waarin de fout zich heeft voorgedaan. • Een foutbeschrijving. • Een voorgestelde oplossing achter de pijl. • een berichtnummer van de gebeurtenis; gebruik dit nummer wanneer u met de ondersteuning belt Tik op de knoppen [i] voor meer informatie over de opgetreden fout en over de mogelijke actie waarmee kan worden voorkomen dat de fout opnieuw optreedt.
  • Pagina 136 Opstoppingen verhelpen Opstoppingen verhelpen Voor het verhelpen van opstoppingen, kunnen vijf gedeelten van het systeem worden geopend: A - loc, om het uitvoer-, verzegelings- en vulgebied te bereiken B - zijkap, om de onderste enveloptrack te bereiken C - Vouwunit deksel, om het vouwgedeelte te bereiken D - kap verticaal transport, om het verticale-transport- en feedergebied E - verzamelplaatsarm om het verzamelplaatsgebied te bereiken...
  • Pagina 137 Envelopmagazijn Wanneer een envelop vastloopt in de envelophopper, verwijdert u de envelop als volgt: Trek de kleine hendel B naar beneden. De pennen C gaan omlaag. Duw hendel A naar rechts en houd die vast. De pennen C gaan omhoog. Verwijder de vastgelopen envelop.
  • Pagina 138 Verwijder al het materiaal Sluit de bovenste eenheid. Tik op [x] om de fout te resetten en de job opnieuw te starten. Onderste enveloptrack Wanneer er een opstopping in de onderste enveloptrack voorkomt, verwijdert u de envelop als volgt: Open de zijkap. Haal de blauwe hendel A omlaag.
  • Pagina 139 Verwijder de envelop(pen) uit de onderste enveloptrack. Zo nodig kunnen de enveloppen handmatig worden getransporteerd naar de vultafel of de onderste enveloptrack met hendel C. Als u een postset handmatig wilt transporteren, haalt u hendel B over. Sluit de zijkap. Tik op [x] om de fout te resetten en de job opnieuw te starten.
  • Pagina 140 Verwijder de documenten uit de vouweenheid. Gebruik de bijgeleverde pin om de rollers te draaien. De pin wordt geleverd in de zak met reserveonderdelen. Verwijder de pin als u klaar bent. Sluit de kap van de vouweenheid. Tik op [x] om de fout te resetten en de job opnieuw te starten.
  • Pagina 141 Feeders Wanneer zich een blokkade voordoet in de feeders, verwijdert u de documenten als volgt uit de feeders: Trek de verticale transportgreep A naar boven om de verticale transportkap Bte openen. Verwijder de documenten. Sluit de kap B van het verticale transport: duw de onderkant van de kap naar het systeem toe en doe dit vervolgens voor de bovenkant van de kap.
  • Pagina 142 Verzamelplaatsgebied Wanneer een opstopping in het verzamelplaatsgebied voorkomt, verwijdert u de documenten als volgt uit het verzamelplaatsgebied: Til verzamelplaatsarm A op. Verwijder de documenten. Breng de verzamelplaatsarm naar beneden. Tik op [x] om de fout te resetten en de job opnieuw te starten. versaFeeder Als een document vast komt te zitten in de scheidingseenheid, kan het document als volgt worden verwijderd:...
  • Pagina 143 Verwijder de documenten. Open zo nodig de invoereenheid: - Plaats uw handen op het aandrukgebied F. - Duw de ontgrendeling E omlaag. Verwijder de documenten uit het transportgebied en uit de achterzijde van de scheidingsrollers. Sluit de invoereenheid: - Plaats uw handen op het aandrukgebied F. - Duw de invoereenheid omlaag totdat deze vastzit.
  • Pagina 144 Operator probleemoplossing U kunt als volgt problemen oplossen: Schrijf het berichtnummer van de gebeurtenis op dat in het bericht op het scherm wordt weergegeven. Probeer het probleem te verhelpen met behulp van de tabel met probleemoplossingen. Schakel het vulsysteem uit en weer in om de werking van het systeem te controleren. Neem contact op met de serviceorganisatie als de fout zich blijft voordoen.
  • Pagina 145 Machine stopt met Enveloppen zijn Controleer de Enveloppen bijvullen envelop op omgekeerd in het instellingen van de op pagina 73 invoegpositie (flap magazijn gestapeld. envelopinvoer. Plaats niet geopend). enveloppen op de juiste wijze in het magazijn. Envelopflap plakt. Bewaar enveloppen Envelopspecificaties volgens de op pagina 148...
  • Pagina 146 Flap is verkreukeld en Envelop niet binnen Controleer Envelopspecificaties soms niet geopend. specificaties. specificaties en op pagina 148 gebruik zo nodig andere enveloppen. Flap plakt. Bewaar enveloppen Envelopspecificaties volgens de op pagina 148 specificaties. Flap gekruld. Enveloppen verkeerd Envelopspecificaties bewaard of op pagina 148 vervaardigd.
  • Pagina 147 Flap niet voldoende Waterniveau laag. Controleer Het reservoir met bevochtigd. waterniveau, vul zo verzegelingsvloeistof nodig aan met water. vullen op pagina 74 Borstels droog. Controleer borstels, Borstels reinigen en vervang deze zo vervangen nodig door de extra pagina 126 bevochtigde set. Borstels vuil Controleer borstels Borstels reinigen en...
  • Pagina 148 Geen Feederlade is leeg. Feederlade opnieuw Documenten laden documentinvoer. vullen. standaardfeederladen op pagina 62 Documenten laden maxiFeeder Documenten laden Hoge Capaciteit Documentfeeder pagina 69 Documenten laden versaFeeder Scheiding te breed/te Stel de scheiding bij. De scheiding van nauw ingesteld. speciale feeders aanpassen pagina 47 De scheiding van de...
  • Pagina 149 Documenten worden Zijgeleiders te breed Stel de zijgeleiders De zijgeleiders van schuin ingevoerd. ingesteld. bij. standaardfeederladen aanpassen pagina 60 De zijgeleiders van de maxiFeeder aanpassen pagina 63 De zijgeleiders van de documentfeeder voor grote volumes (HCDF) aanpassen op pagina 68 De zijgeleiders van de versaFeeder aanpassen...
  • Pagina 150 Specificaties Technische specificaties Model DS-85i, FPi 5700, FD6406 Type: Vulsysteem voor middelgrote kantoren. Theoretische maximale snelheden 4000 vullingen per uur, afhankelijk van toepassing. Energieverbruik 100V AC / 50 Hz / 3,0 ampère 115V AC / 50/60 Hz / 3,0 ampère 230V AC / 50 Hz / 1,5 ampère...
  • Pagina 151 Geluidsproductie 67,9 dBA (met zij-uitvoer) 69,6 dBA (met HCVS) Metingen gebaseerd op 1 vel A4 in een C5/6-envelop, C-vouwtoepassing (US- equivalent: 1 vel Letter-formaat in #10 envelop) (volgens ISO 11202) Let op: Geluidsniveau kan vari ren afhankelijk van de toepassing. Bedrijfstemperatuur 10°C - 40°C Luchtvochtigheid...
  • Pagina 152 Specificaties voor documenten en bijlagen Kwaliteit papier Minimaal 60 gr/m² (15 lb bond) Maximaal 250 gr/m² (62,5 lb bond), gevouwen maximaal 170 gr/m² (42,5 lb bond) Boekjes tot een dikte van ongeveer 2 mm, afhankelijk van stijfheid Papierformaat Minimale breedte: 130 mm (5,1 inch) Maximale breedte: 242 mm, gevouwen 230 Minimale lengte: 90 mm Maximale lengte: 356 mm (14 inch)
  • Pagina 153 Minimum 60 g/m2 160 mm 90 mm 32 mm 10 mm 130 mm 84 mm afmeting- 6.3” 3.5” 1.25” 0.4” 5.1” 3.3” Maximum 248 mm 162 mm B-32 75 mm A-12* 2,5 mm afmeting- 9.7” 6.38” B-1.25 2.9” A-0.47** B-0.2 0.1”...
  • Pagina 154 • Bij gebruik van zelfkopi rend papier kunnen de rubberen onderdelen sneller slijten. Het rubber dat in deze machine is gebruikt is het beste bestand tegen materiaal van Wiggins Teape. maxiFeederspecificaties Model Model MF-4 Type: Feeder met hoge capaciteit Theoretische zie Technische specificaties maximale snelheden...
  • Pagina 155 Specificaties verticale stapelaar met hoge capaciteit Model HCVS-1 Type: Verticale stapelaar met hoge capaciteit. Geschikt voor postsets die bestaan uit ten minste 1 envelop van 80 gram en 1 gevouwen document van 80 gram. Energieverbruik Laagspanning van het vulsysteem Goedkeuringen EMC-certificaat conform EMC-richtlijn.
  • Pagina 156 Specificaties versaFeeder Model VF-4 Type: Apparaat voor boekjesinvoer voor gebruik bij middelgrote kantoren Theoretische 4300 vullingen per uur, afhankelijk van toepassing. maximale snelheden Energieverbruik 100V AC / 50 Hz / 2,0 A 115V AC / 50/60 Hz / 2,0 A 230V AC / 50 Hz / 1 A Goedkeuringen EMC-certificaat conform EMC-richtlijn.
  • Pagina 157 Documentformaat Minimale breedte: 120 mm Maximale breedte: 243 mm Minimale lengte: 90 mm Maximale lengte: 162 mm Capaciteit Boekjes met harde kaft: maximumhoogte 250 mm magazijnlade Boekjes met zachte kaft: maximumhoogte 150 mm Enkelvoudige vellen (80 gr/m²): maximumhoogte 50 mm...
  • Pagina 158 Terminologie Terminologie Term Beschrijving Adresdrager De adresdrager is het document dat het adres bevat van de persoon waarvoor de postset is bedoeld. Het adres moet zichtbaar blijven terwijl bijlagen worden toegevoegd en de documentset wordt gevouwen. Het vouwtype en de geselecteerde envelop moeten ervoor zorgen dat het adres achter het venster in de envelop zichtbaar is.
  • Pagina 159 C-vouw Vouwtype waarbij een documentset tweemaal wordt gevouwen en waarbij de gevouwen flappen op elkaar liggen. Deze vouw wordt in de onderstaande afbeelding geïllustreerd. De positie van beide vouwen kan worden ingesteld. Synoniem: Wikkelvouw. Wissen De functie van een vulsysteem waarbij alle postsets in voortgang worden voltooid en het documentpad vrijkomt.
  • Pagina 160 Dubbele parallel Zie Dubbele V-vouw vouw Dubbele V-vouw De dubbele V-vouw is een type vouw waarbij het document eerst halverwege wordt gevouwen en de resulterende gevouwen set opnieuw halverwege wordt gevouwen. Deze vouw wordt in de onderstaande afbeelding geïllustreerd. De positie van beide vouwen kan worden ingesteld. Synoniem: Dubbele parallelvouw.
  • Pagina 161 Feeder(s) De (document)feeders van het systeem. Een feeder is een module voor het invoeren van documenten naar het vulsysteem. De feeder scheidt documenten vel voor vel van de stapel documenten in de feederlade. Feeders De mogelijkheid om twee feeders te vullen met hetzelfde documenttype koppelen waarbij het vulsysteem automatisch naar een tweede feeder overschakelt wanneer de eerste feeder leeg is en omgekeerd.
  • Pagina 162 Een job is een daadwerkelijk geproduceerde verzameling van postsets op basis van een bepaalde jobdefinitie op een bepaald tijdstip voor een specifiek doel. Deze bestaat uit: • De jobdefinitie die voor de productie wordt gebruikt • Informatie over de batchgrootte Jobteller De teller die het aantal postsets registreert dat wordt geproduceerd als onderdeel van een bepaalde job.
  • Pagina 163 Onderhoudsmonteur Monteur die als taak het oplossen van problemen met systemen in het veld heeft. Naast het verhelpen van problemen zijn onderhoudsmonteurs ook verantwoordelijk voor preventief onderhoud. Enkelvouw Zie V-vouw Stopteller Teller waarmee het aantal enveloppen dat moet worden gevuld, wordt ingesteld.
  • Pagina 164 Z-vouw Een Z-vouw betekent dat het document tweemaal zo wordt gevouwen dat elke gevouwen flap zich aan een andere zijde van het gevouwen document bevindt, wat resulteert in een Z-vorm. Deze vouw wordt in de onderstaande afbeelding geïllustreerd. De positie van beide vouwen kan worden ingesteld. Synoniem: zigzagvouw...