Direct TENS
™
3. KLAARMAKEN
3.1. Batterijen plaatsen
• Verstel de riemklem tot deze in een hoek van 90° naar
rechts wijst (Figuur 3-1).
• Duw het deksel van het batterijvak naar beneden en til
het op (Figuur 3-2).
• Plaats de batterijen zoals afgebeeld. Let op de juiste
polariteit. Raadpleeg het label in het batterijvak
(Figuur 3-3).
• Plaats het deksel van het batterijvak en sluit het.
Opmerkingen:
• Gebruik alleen nieuwe batterijen van het type AA.
• U kunt kiezen of u de riemklem al dan niet wilt gebruiken.
Open het batterijvak. Als u de klem wilt verwijderen,
trekt u de klem weg via de linkerkant. Als u de klem
wilt bevestigen, druk u de klem vanaf de linkerkant
in de houder. Wanneer u het batterijvak sluit, wordt
de riemklem automatisch vastgezet aan het apparaat
(Figuur 3-4).
• Werp de gebruikte batterijen weg conform de
desbetreffende wet- en regelgeving.
3.2. Elektroden aanbrengen, geleidingsdraden aansluiten
• Sluit eerst de geleidingsdraden aan op de elektroden
(Figuur 3-5). (De kleur van de elektrodeconnectoren
is niet relevant.)
• Trek de elektroden van het beschermende papier af.
Bewaar het beschermende papier en de zak, omdat de
elektroden na gebruik opnieuw op het beschermende
papier moeten worden geplakt en in het zakje moeten
worden bewaard (zie ook 3.3.2 "Onderhoud van de
elektroden").
• Breng de elektroden voorzichtig aan op de huid (zie ook
3.3.3 "Elektrodeplaats").
• Sluit de geleidingsdraden van de elektroden aan op het
Direct TENS™-apparaat (Figuur 3-6).
Figuur 3-1
De riemklem draaien
Figuur 3-2
Het batterijvak openen
Figuur 3-3
De batterijen plaatsen
Figuur 3-4
De riemklem verwijderen/bevestigen
Figuur 3-5
De geleidingsdraad op de
elektroden aansluiten
Figuur 3-6
De geleidingsdraad van de
elektrode op het
apparaat aansluiten
16