5.6 Gasaansluitingen
5.6.1
Retour- en uitblaaskanalen
De eenheden zijn ingesteld voor verschillende aansluitingen, zowel voor het retour- als voor het uitblaaskanaal.
Raadpleeg de afmetingen in de documentatie van de eenheid voor identificatie.
Voor de aansluiting moeten de afsluitpanelen waarmee de eenheid is verzonden worden verwijderd.
Als de stroom naar beneden is, moet het paneel aan de onderkant van de eenheid verwijderd worden
De dimensionering van de kanaliseringen moet op passende wijze uitgevoerd worden om geen geconcentreerde
en/of verdeelde drukvalverliezen te veroorzaken die een vermindering van de behandelde luchtstroom ten opzichte
van de ontwerpstroom zouden kunnen veroorzaken. De drukvalverliezen in de kanaliseringen mogen de bruikbare
opvoerhoogte van de ventilatoren niet overschrijden.
5.6.2
Aansluiting van de kanalen
De correcte installatie van de kanalen moet aan de volgende aanbevelingen voldoen:
- de afmetingen van de kanalisering moeten minstens gelijk zijn aan de retour- en uitblaasmondstukken die op de
eenheid aanwezig zijn. Het verdient de voorkeur om de leidingen in de nabijheid van de machine te verbreden,
die tot stand gebracht wordt volgens de regels van het vak;
- verzegel altijd de verbindingen op een wijze dat geen lucht uit de kanalen naar buiten kan.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYQ*Y1
Packaged Rooftop
4P522680-1
Afb. 11 Zij-aansluiting
Afb. 12 Omlaag gerichte aansluiting
Vertaling van originele instructies
Installatiehandleiding
29