Inhoudsopgave Gebruikersinterface Bedieningshandleiding Softwaremenu Hoofdmasker en menu De eenheid vanaf het toetsenbord AAN/UIT zetten Instelpunt temperatuur- en luchtstroom aanpassen Klokmenu en instelling tijdzone 2.5.1 Voorbeelden tijdzoneprogrammering Reinigingsfunctie (geforceerde vrije koeling bij opstarten van eenheid) stoppen Omschakeling zomer/winter vanaf toetsenbord Weergave invoer/uitvoer Controleer weergave taal en eenheids- en softwaregegevens 2.10 Alarmen...
Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor de eindgebruiker van de eenheid en het bevat een korte beschrijving van alle vrije toegangsfuncties van de regeleenheid. GEBRUIKERSINTERFACE De gebruikersinterface is een LCD-display met 4 rijen, 20 kolommen en automatische achtergrondverlichting. Het display heeft 6 functietoetsen die gebruikt worden om in het softwaremenu te navigeren. De belangrijkste functies zijn hieronder beschreven.
BEDIENINGSHANDLEIDING De bedieningshandleiding beschrijft de belangrijkste bedieningsfuncties. 2.1 Softwaremenu De software is georganiseerd in een menu waarin het mogelijk is om de verschillende onderdelen te openen. Elk onderdeel bevat één of meerdere maskers of schermen, met verschillende toegangsniveaus: vrij, gedeeltelijk beveiligd met wachtwoord of volledig beveiligd met wachtwoord.
2.2 Hoofdmasker en menu Wanneer de eenheid is ingeschakeld wordt het hoofdmasker weergegeven op het display van de eenheid. Op de eerste rij wordt het instelpunt van de binnentemperatuur aan de linkerkant en het lokale adres van de eenheid aan de rechterkant, in groter lettertype de afgelezen binnentemperatuur en op de laatste rij de eenheidstatus aan de linkerkant en het huidige tijdstip getoond.
om weer te geven of de lage druk-alarmpreventiefunctie in de wintermodus actief is voor circuits 1 en 2. 2.3 De eenheid vanaf het toetsenbord AAN/UIT zetten selecteer "eenheid AAN/UIT" menu "Enter" "Enter"om de eenheid AAN/UIT te zetten. Wanneer tijdzones actief zijn zal de eenheid uitsluitend starten als deze geprogrammeerd is om AAN te zijn in die tijdzone.
vanuit het masker S7, die uitsluitend voor eenheden met afvoerventilatoren wordt weergegeven, kan de afvoerluchtstroom worden aangepast:druk op de toets, pas de waarde van het instelpunt aan met de pijltoetsen en druk opnieuw om de nieuwe waarde te bevestigen. De werkelijke luchtstroom kan worden afgelezen vanuit het volgende masker S8. 2.5 Klokmenu en instelling tijdzone selecteer "Klok"...
schakel wekelijkse programmering, indien vereist, in. stel weekdagen in waarop de eenheid in status AAN (Y) of UIT (N) moet zijn. 2.5.1 Voorbeelden tijdzoneprogrammering Om tijdzoneprogrammering nader toe te lichten worden hieronder twee voorbeelden gegeven. Voorbeeld 1 De eenheid moet dagelijks functioneren: •...
Voorbeeld 2 De eenheid moet van maandag tot en met vrijdag functioneren, tussen 07:30 en 19:30, met instelpunt van 24.0°C in de zomer en instelpunt van 20.5°C in de winter;bovendien moeten de ventilatoren van de eenheid tussen 19:30 en 07:30 zijn UIT-gezet en moet de eenheid volledig zijn UIT-gezet op zaterdag en zondag. De maskers K2 en K7 moeten als volgt zijn ingesteld: Indien de functie “hoofdventilator UIT per tijdzone”...
2.7 Omschakeling zomer/winter vanaf toetsenbord De eenheid moet zijn UIT-gezet en de omschakeling zomer/winter vanaf het toetsenbord moet zijn ingeschakeld. Selecteer “Zomer/Winter” menu "Enter" "Enter" om de werkmodus van de eenheid te wijzigen. Indien de omschakeling door digitale invoer is ingeschakeld, wordt het masker R0 niet weergegeven. Indien de automatische omschakeling is ingeschakeld, wordt de omschakeling van winter- naar zomermodus automatisch uitgevoerd wanneer de binnenluchttemperatuur boven het instelpunt voor de zomer stijgt, terwijl de omschakeling van zomer- naar wintermodus automatisch wordt uitgevoerd wanneer de binnenluchttemperatuur...
2.8 Weergave invoer/uitvoer selecteer "Invoer/Uitvoer" menu Het masker geeft de inlaat (binnen-) en externe (buiten-)luchttemperatuur weer. het masker geeft de aanvoerluchttemperatuur weer. het masker geeft de koelmiddeldruk van circuit 1 en 2 weer. Het masker geeft de CO|p|2|pp| of de concentratie VOS weer, afgelezen door de luchtkwaliteitssonde, indien aanwezig.
Pagina 13
het masker geeft de status van de hoofdventilator weer. het masker geeft de statussen van de elektrische verwarming weer, indien aanwezig. het masker geeft de openingspercentages van de externe luchtklep en van het heetwaterventiel weer, indien aanwezig. het masker geeft het lopende percentage van externe (buiten-)ventilatoren van circuit 1 en 2 weer. het masker geeft het lopende percentage van de aan- en afvoerventilatoren (indien aanwezig) weer.
het masker geeft de extra uitgangsstatus NO11 en de status van de condensbak van de elektrische verwarmer weer. 2.9 Controleer weergave taal en eenheids- en softwaregegevens “Onderhouds” menu "Enter" Vanuit dit masker kan de bedieningstaal worden gewijzigd, door uit de beschikbare talen te kiezen. Druk op "Enter" om de taal te wijzigen.
het masker geeft de werktijden van de compressoren 3 en 4 weer. 2.10 Alarmen Wanneer een alarm wordt geactiveerd is de rode "Alarm" toets ingeschakeld en de digitale uitvoer van het alarm geactiveerd. Door op de "Alarm" toets te drukken wordt het laatste alarm weergegeven; met behulp van de pijltoetsen kan langs de overige actieve alarmen worden gescrolld.
Pagina 16
CONTROLES EN ONDERDELEN CODE BESCHRIJVING HOOFDOORZAKEN RESET PROBLEEMOPLOSSING Controleer condensatiedruk. Controleer koelmiddelvulling Controleer werking condensatieventilator(-en) Controleer de aanwezigheid van warme Hogedrukalarm vanaf circuit 1 luchtrecycling in de koeleenheid. Alle compressoren AL03 Hoge druk Circuit 1 (hogedrukschakelaar) circuit 1 Controleer reiniging condensatiespiraal en reinig deze indien nodig.
Pagina 17
CONTROLES EN ONDERDELEN CODE BESCHRIJVING HOOFDOORZAKEN RESET PROBLEEMOPLOSSING Onderhoud Grenswaarde bedrijfsuren Controle eenheid. Voer de gewone AL14 M (1) Geen eenheid eenheid overschreden. onderhoudswerkzaamheden uit. Controleer werkcondities. Overbelasting/ Controleer ventilatoren motorbekabeling, Thermische bescherming AL15 vergrendeling terminals en geabsorbeerde stroom. Alle ventilator hoofdventilator Controleer thermische overbelastingssc...
Pagina 18
CONTROLES EN ONDERDELEN CODE BESCHRIJVING HOOFDOORZAKEN RESET PROBLEEMOPLOSSING Controleer werkcondities. Controleer het correcte leesbereik van de sonde in de regelaar. Alle direct bij de Sonde B7 De aflezing van sonde B7 Controleer de correcte lezing van de sonde betrokken AL24 gebroken of (binnenluchtvochtigheid) sonde en vervang deze indien nodig.
Pagina 19
CONTROLES EN ONDERDELEN CODE BESCHRIJVING HOOFDOORZAKEN RESET PROBLEEMOPLOSSING Controleer werkcondities. Controleer bekabeling, terminals en Overbelasting Ingreep van de compressor AL33 stroomonderbreker van de motor. Compressor 3 compressor 3 thermische bescherming 3 Controleer geabsorbeerde stroom. Controleer perstemperatuur compressor. Controleer werkcondities. Controleer bekabeling, terminals en Overbelasting Ingreep van de compressor stroomonderbreker van de motor.
Pagina 20
CONTROLES EN ONDERDELEN CODE BESCHRIJVING HOOFDOORZAKEN RESET PROBLEEMOPLOSSING Controleer of de stroomvoorziening van Alle direct bij de Onderbroken communicatie de uitbreidingskaart correct is. uitbreidingskaart Bord 2 Lan AL72 tussen moederborden en Controleer de verbinding tussen betrokken uitgeschakeld uitbreidingskaarten moederbord en uitbreidingskaarten. onderdelen en functies Instelling communicatie.
Pagina 21
CONTROLES EN ONDERDELEN CODE BESCHRIJVING HOOFDOORZAKEN RESET PROBLEEMOPLOSSING Controleer werkcondities. Controleer verdampingsdruk. Verdampingsdruk van circuit WAARSCHUWING Controleer verdampingsventilatoren en 2 in verwarmings- (winter-) Een compressor AL79 Circuit 2 in -spiraal. A (2) modus is lager dan de van circuit 2 lagedrukpreventie Controleer luchtstroom lagedrukpreventiewaarde...