omhoog, wordt de remlosklep gedeactiveerd om de machine uit te schakelen. (tegelijkertijd wordt de
toon van de claxon veranderd naar een ononderbroken toon om deze conditie aan te geven)
4.1.7
GIEKSCHAKELAAR: deze schakelaar is gemonteerd aan het uiteinde van het contragewicht van de
machine en wordt bediend door de bovenste giek. De schakelaar beheerst de werking van
kantelalarmsensor en de snelheidsregeling. Wanneer de giek in de ruststand staat (opgevouwen) is de
kantelalarmsensor niet in werking, zodat de machine hellingen kan oprijden die de toelaatbare werkhoek
overschrijden, zonder dat de rijfunctie hierdoor wordt uitgeschakeld. Op machines die hiermee zijn
uitgerust zijn tegelijkertijd "Hi" drive en volgas rijden mogelijk. Wanneer de giek omhoog wordt
gebracht, wordt de kantelalarmsensor geactiveerd en kan de machine slechts langzaam worden
gebruikt en is alleen "Lo" drive toegestaan. Deze regelfuncties zijn van primair belang voor de veiligheid
van de machine en de bediener. Deze regelfuncties zijn van essentieel belang voor de veiligheid van de
machine en de bediener. Deze functie mag daarom nooit uitgeschakeld of overbrugd worden. Let op!
Op latere modellen bevindt de giekschakelaar zich naast het kniegewricht en wordt deze via een nok op
Giek 3 bediend. Hierdoor kan de bediener de giek enigszins opheffen, terwijl snel rijden mogelijk blijft.
Alle andere functies blijven gelijk.
4.1.8
ACCU-MANAGEMENT: de conditie van de accu's wordt permanent gecontroleerd via het regelcircuit,
zodat wanneer de beschikbare stroom tot 80% van de volle lading is gedaald het accustatus-circuit de
voeding naar de hydrauliekaggregaten "afkapt". Deze functie zorgt ervoor dat de aandrijving beurtelings
wordt gestopt en gestart om de bediener te waarschuwen dat opladen van de accu's nodig is.
Tegelijkertijd treedt de claxon met onderbrekingen in werking om de waarschuwing kracht bij te zetten.
Er is dan nog voldoende lading aanwezig om naar het dichtstbijzijnde laadstation te rijden. Wanneer de
bediener deze waarschuwing negeert zal het "afkappen" van de motor blijven aanhouden totdat de
machine niet meer werkt. Onmiddellijk opladen wordt dan noodzakelijk.
De machine mag nooit met geheel lege accu worden achtergelaten, omdat dit de accu binnen relatief
korte tijd ernstig kan beschadigen.
4.1.9
ACCUSCHEIDINGSSCHAKELAARS: - De accu-ontkoppelingshandgrepen bevinden zich onder het
achterste motorkapgedeelte en maken het mogelijk de machinebesturings- en hoofdstroomkringen te
isoleren van de accu's. Om de accu's te isoleren moet aan beide ontkoppelingshandgrepen worden
getrokken. De linker ontkoppelingshandgreep bevat ook een aansluiting voor het controlecircuit. Door
aan deze handgreep te trekken wordt ook de voeding naar de PCB-schakelkast losgekoppeld. Onder
normale bediening dient de machinesleutelschakelaar te worden gebruikt voor het isoleren van de
machine, waarbij de accuscheidingsschakelaarhandgrepen alleen noodzakelijk zijn voor noodgevallen,
in geval van een kortsluiting, of tijdens routine-onderhoud.
4.1.10
KEUZESCHAKELAAR: op machines met meerdere aandrijfmogelijkheden bestaat een van de functies
op het bedieningsstation van het platform uit een keuzeschakelaar. Deze sleutelschakelaar wordt
gebruikt voor het kiezen van de aandrijving, d.w.z. voor het omschakelen van diesel naar accu of van
benzine naar accu of omgekeerd. Op andere machines dient dezelfde sleutelschakelaar als "aan-uit"
schakelaar.
4.1.11
DIESELMOTOR: doorgaans een Kubota OC60 of OC95 motor, voor de aandrijving van een dubbele
pomp met geïntegreerde pompstortkleppen (een per gedeelte) en een integrale ontlastklep op de
achterste pomp. De opstelling maakt gebruik mogelijk met twee snelheden, volgas rijden en
automatische overdrukontlasting bij het oprijden van oprijbruggen/hellingen.
4.1.12
DIESELKAST: de dieselkast bevindt zich naast de dieselmotor en combineert alle functies voor
bediening van de tweevoudige aandrijving (op zulke machines) en voor de dieselmotor zelf. De relais in
deze kast dienen voor het starten, hoog toerental, pompstortklep, functiekeuze and diesel-stoptimer. Er
is tevens een ingebouwde thermische uitschakeling die de solenoïde van de gashendel en andere
functies beveiligt.
Dutch – 01/10
Bedienings- en veiligheidsinstructies
HR Serie
19