Onderhoud
10.2.2 De batterij gebruiken
Voordat u de pomp voor de eerste keer gebruikt, of als u de pomp na lange tijd
weer gebruikt
Laad de ingebouwde batterij op voordat u de infuuspomp voor de eerste keer
gebruikt. Schakel de pomp uit en sluit deze ten minste 10 uur aan op een externe
voedingsbron, totdat de batterij volledig is opgeladen. Daarna kunt u de pomp
gebruiken.
Optimalisatie van de batterij
1. Koppel de infuuspomp los van de patië nt, stop de infusie en schakel de pomp
uit.
2. Sluit de infuuspomp aan op netvoeding om de batterij langer dan 10 uur
ononderbroken op te laden.
3. Koppel de infuuspomp los van de netvoeding, schakel de pomp in, start de
infusie met 25 ml/u en wacht tot de batterij leeg is.
4. Sluit de infuuspomp weer aan op de netvoeding om de batterij langer dan 10
uur ononderbroken op te laden.
De geschatte resterende batterijcapaciteit van de ingebouwde batterij wordt
aangegeven door het batterijpictogram. Wanneer het apparaat op de batterij werkt,
wordt de resterende batterijcapaciteit aangegeven door het aantal verlichte streepjes in
het batterijpictogram. Zie tabel 10-2 voor meer informatie.
Tabel 10-2 Status van het batterijpictogram tijdens het ontladen van de batterij
Pictogram
Resterende
batterijcapaciteit
Vol
2/3
1/3
Batterij leeg
Bedrijfsomstandigheden van de batterij
1. Er wordt een gloednieuwe, volledig opgeladen
batterij (binnen é é n jaar na levering) gebruikt.
2. De infusiesnelheid is 25 ml/u, de wifi-functie is
uitgeschakeld en de helderheid van het scherm
wordt ingesteld op het laagste niveau.
3. Omgevingstemperatuur: Ongeveer 25 ° C.
4. De ingebouwde batterij laadt op wanneer de
infuuspomp wordt aangesloten op een externe AC-
of DC-voeding.
77 / 101