Alarmen en storingen
8 Alarmen en storingen
8.1 Alarmniveaus
De infuuspomp biedt gebruikers een verscheidenheid aan statusinformatie over
zichzelf en het infuusproces. Als er een afwijking wordt gedetecteerd, laat de
infuuspomp een alarm horen en krijgt de gebruiker een signaal in de vorm van geluid,
licht en een symbool.
Alle alarmen op deze pomp zijn technische alarmen.
De infuuspomp geeft statusinformatie over de infusie en de infuuspomp zelf.
In geval van een storing zal de infuuspomp de relevante alarmmelding, het
alarmgeluid en de alarmindicator activeren.
Vanuit veiligheidsperspectief worden alarmen ingedeeld in drie niveaus, op
basis van ernst: laag, midden en hoog. Zie tabel 8-1 voor de relatie tussen
alarmniveau en alarmgeluid/-indicator. Het alarmvolume kan varië ren van 45
dB tot 85 dB.
Tabel 8-1 Relatie tussen alarmniveau en alarmgeluid/-indicator
Alarmniveau
Laag
Midden
Hoog
Tik op Silent (stil) om het geluid van het alarm uit te zetten. Als het alarm
aanhoudt, wordt het alarmgeluid 2 minuten later hervat.
LET OP:
De instelling van het alarm wordt opgeslagen wanneer de stroom wordt
uitgeschakeld. Wanneer de pomp opnieuw wordt opgestart na een
stroomstoring, wordt de alarminstelling opnieuw in het systeem geladen en
blijft deze hetzelfde als voor de stroomstoring.
Alarmgeluid
"Di-Di-Di", herhaald met een interval van
18 seconden
"Di-Di-Di", herhaald met een interval van
12 seconden
"Di-Di-Di—Di-Di—Di-Di-Di—Di-Di",
herhaald met een interval van 3 seconden
66 / 101
Alarmindicator
Continu geel
Knippert geel
Knippert rood