Onderhoud
10.1.2 Controle van de voedingskabel
Controleer het uiterlijk van de voedingskabel. Als de kabel beschadigd is of
als de stekker niet goed aansluit op het stopcontact, neemt u contact op met
de distributeur om de kabel te vervangen.
Als de AC/DC-voedingsindicator niet brandt nadat de infuuspomp is
aangesloten op een AC/DC-voeding, of als de infuuspomp niet kan worden
gestart, neemt u contact op met de distributeur voor tijdig onderhoud.
10.1.3 Controle nauwkeurigheid infusie
Controleer het infuusvolume met een maatcilinder en stopwatch.
De controlevoorwaarden zijn als volgt:
Infusiesnelheid
120 ml/u
Als het daadwerkelijk geï nfundeerde vloeistofvolume niet binnen het bereik in de
kolom Liquid Volume in Measuring Cylinder (vloeistofvolume in maatcilinder)
valt, neem dan contact op met de distributeur voor nauwkeurige kalibratie van de
infuuspomp.
10.1.4 Alarmcontrole
Tijdens het opstarten controleert de infuuspomp automatisch het
alarmsysteem. De gebruiker kan aan de hand van de volgende beschrijving
beoordelen of het alarmsysteem naar behoren werkt. Als er een uitzondering
wordt gevonden, stopt u met het gebruik van de infuuspomp en neemt u
contact op met de plaatselijke distributeur voor reparatie.
Luidspreker: hoorbaar alarmsignaal (di_di_di)
Alarmindicator: de kleur van de alarmindicator verandert van rood in
geel en vervolgens groen.
Pieper: alarmtoon (di_di)
Occlusie-alarm
De controlevoorwaarden zijn als volgt:
Infusiesnelheid
120 ml/u
Infusietijd
6 min.
Occlusieniveau
P6
75 / 101
Vloeistofvolume in de maatcilinder
HP-60: 11,4-12,6 ml
HP-60C: 11,6-12,4ml
Alarmtijd
Binnen 1 min.