Inhoudsopgave
Advertenties
Instellingen infuuspomp
LET OP:
Stel het alarmvolume niet lager in dan het omgevingsgeluid, om er zeker van
te zijn dat het alarm correct wordt herkend.
Het alarmsysteem werkt mogelijk niet als de alarmparameters op extreme
waarden zijn ingesteld. Controleer de alarmgrenzen op basis van de klinische
omstandigheden.
7.2.2 Display Set (scherminstellingen)
De helderheid van het scherm kan worden aangepast.
Er kunnen 10 helderheidsniveaus worden geselecteerd. Het standaard
helderheidsniveau is 5.
Er kan uit minimaal 7 kleuren worden gekozen.
7.2.3 Night Mode (nachtmodus)
Voor de nachtmodus kunt u de begintijd, de eindtijd, het alarmvolume en de
helderheid instellen. Tijdens de nachtmodus geeft de infuuspomp inhoud weer op het
vooraf ingestelde helderheidsniveau en wordt een alarm gegeven op het vooraf
ingestelde volumeniveau.
Night mode (nachtmodus): hiermee kunt u de nachtmodus in- of
uitschakelen.
VOL. Set (volume-instellingen): zie paragraaf 7.2 voor de gedetailleerde
instelmethode.
Display Set (scherminstellingen): er zijn 10 helderheidsniveaus beschikbaar.
Start Time (begintijd) en End Time (eindtijd): de standaard begintijd is
22:00:00 en de standaard eindtijd is 07:00:00.
7.2.4 Communication Set (communicatie-instellingen)
De infuuspomp kan worden aangesloten op het centrale infusiebewakingssysteem
in de draadloze of bekabelde modus.
Info Channel (informatiekanaal): er kan gekozen worden uit Local WLAN
(lokale WLAN), Station WLAN (WLAN werkstation), Local LAN (lokale LAN)
en Station LAN (LAN werkstation).
Selecteer Local WLAN (lokale WLAN) wanneer de infuuspomp in de
draadloze modus is aangesloten op het centrale bewakingssysteem van de
infusie.
56 / 101
Advertenties
Inhoudsopgave
