Instellingen infuuspomp
3. In paragraaf 7.1.1 leest u hoe u het geneesmiddel kunt selecteren tijdens het
instellen van de infusiemodus.
7.6 Aansluiten op het centrale infusiebewakingssysteem
(optioneel)
De infuuspomp kan draadloos of bekabeld worden aangesloten op het centrale
infusiebewakingssysteem. Dat systeem kan dan:
op afstand de bedrijfsstatus van de infuuspomp verkrijgen.
de patië ntgegevens op de infuuspomp bijwerken.
het recept doorsturen naar de infuuspomp.
7.6.1 Prescription (recept)
Nadat u de infuuspomp in het infuuswerkstation heeft geplaatst, sluit u de
infuuspomp aan op het centrale infusiebewakingssysteem volgens paragraaf 7.2.4.
Daarna kan het centrale infusiebewakingssysteem het recept doorsturen naar de
infuuspomp. De patië ntgegevens en receptinformatie kunnen worden bekeken op het
scherm Patient Data (patië ntgegevens) van de infuuspomp.
LET OP:
Nadat het centrale infusiebewakingssysteem het recept naar de infuuspomp
heeft doorgestuurd, controleert u of het recept op de infuuspomp
overeenkomt met het werkelijke recept. Vervolgens start u de infusie.
Nadat de infuuspomp in het infuuswerkstation is geplaatst, geeft het centrale
infusiebewakingssysteem het recept door aan de infuuspomp via het
infuuswerkstation.
De
infuuspomp
infusiebewakingssysteem.
7.7 Nurse Call Button (oproepknop verpleegkundige,
optioneel)
Nadat een patië nt bij het bed op de oproepknop voor de verpleegkundige heeft
gedrukt, geeft de infuuspomp een geluidssignaal zodat de verpleegkundige tijdig de
patië nt kan bereiken.
7.8 Barcodescanner (optioneel)
Wanneer de infuuspomp is aangesloten op de barcodescanner, kunt u de barcode
kan
niet
worden
64 / 101
bediend
via
het
centrale