1
— Functietoets. Als u cijfers of tekens die grijs op de toetsen
staan weergegeven wilt invoeren, houdt u de functietoets
ingedrukt en drukt u op de betreffende toets, of u houdt
alleen de betreffende toets ingedrukt.
2
— Shift-toets. Als u wilt wisselen tussen kleine letters en
hoofdletters, drukt u op de Shift-toets.
3
— Chr-toets. Met de Chr-toets kunt u tekens invoeren die
niet op het toetsenbord staan.
4
— Ctrl-toets. Hiermee kunt u toegang krijgen tot de
sneltoetscombinaties van de Ctrl-toets, zoals Ctrl + C.
14
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.