Proxyserveradres
— Voer de hostnaam of het IP-adres
•
van de gebruikte proxyserver in.
Beveiligingsdomein
•
proxyserverdomein in.
Gebruikersnaam
en
•
gebruikersnaam en wachtwoord voor de proxyserver in.
Vrije routing toestaan
•
toegestaan.
Overdrachtstype
— Selecteer UDP,
•
Poort
— Voer het poortnummer van de proxyserver in.
•
Registratieservers bewerken
Selecteer
Opties
Nieuw SIP-profiel
>
Registrarserver.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Registrarserveradres
•
adres van de gebruikte registratieserver in.
Beveiligingsdomein
•
registratieserverdomein in.
Gebruikersnaam
en
•
gebruikersnaam en wachtwoord voor de registratieserver
in.
Overdrachtstype
— Selecteer UDP,
•
Poort
— Voer het poortnummer van de registratieserver
•
in.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
— Voer het adres van het
Wachtwoord
— Voer uw
— Stel in of vrije routing is
Auto
of TCP.
of
Bewerken
— Voer de hostnaam of het IP-
— Voer het adres van het
Wachtwoord
— Voer uw
Auto
of TCP.
Instellingen voor
internetoproepen
Selecteer
Menu
Verbinding
> Internettelefoon.
Als u een nieuw profiel voor internetoproepen wilt maken,
selecteert u
Opties
Als u een bestaand profiel wilt bewerken, selecteert u
Opties
> Bewerken.
Configuratie-instellingen
>
Selecteer
Menu
Verbinding
> Configuraties.
U kunt berichten ontvangen van uw serviceprovider of van de
afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf met
configuratie-instellingen voor vertrouwde servers. Deze
instellingen worden automatisch opgeslagen in de map
Configuraties. Zo ontvangt u bijvoorbeeld configuratie-
instellingen voor toegangspunten, multimedia- of e-
maildiensten en synchronisatie-instellingen van vertrouwde
servers.
Als u configuraties voor een vertrouwde server wilt
verwijderen, selecteert u
configuratie-instellingen voor andere toepassingen die door
deze server worden geleverd, worden ook verwijderd.
Instrumenten
Instell.
>
>
Nieuw
profiel.
>
Instrumenten
Instell.
>
>
Opties
> Verwijderen. De
>
>
137