Nadat u toepassingen op een compatibele geheugenkaart
hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis, .sisx)
in het geheugen van het apparaat staan. De bestanden
kunnen grote hoeveelheden geheugen in beslag nemen en
ervoor zorgen dat u geen andere bestanden meer kunt
opslaan. U kunt voldoende geheugenruimte overhouden
door gebruik te maken van Nokia PC Suite om een back-up
van de installatiebestanden op een compatibele pc te maken.
Gebruik vervolgens het bestandsbeheer om de
installatiebestanden uit het geheugen van het apparaat te
verwijderen. Als het .SIS-bestand een bijlage bij een bericht
is, dient u het bericht uit de lijst met binnengekomen
berichten te verwijderen.
Geheugenkaart
Selecteer
Menu
Instrumenten
>
Als u een geheugenkaart niet kunt gebruiken, is het kaarttype
mogelijk niet geschikt, is de kaart niet geformatteerd voor
het apparaat of is het bestandssysteem op de kaart
beschadigd. Uw Nokia-apparaat ondersteunt de
bestandssystemen FAT16 en FAT32 voor geheugenkaarten.
MicroSDHC
Dit apparaat gebruikt microSD- en microSDHC-
geheugenkaarten.
Met het oog op de interoperabiliteit moet u alleen
compatibele geheugenkaarten in dit apparaat
gebruiken. Vraag de fabrikant of de leverancier naar
de compatibiliteit van een geheugenkaart. Kaarten
van een ander type dan microSD en microSDHC zijn niet
compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
> Geheugen.
geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die
op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd
raken.
Een geheugenkaart gebruiken
Als u een geheugenkaart voor uw apparaat wilt formatteren,
selecteert u
Opties
Geh.kaart
>
formatteren van een geheugenkaart gaat alle informatie die
op de kaart stond permanent verloren. Vraag uw leverancier
of het nodig is de geheugenkaart te formatteren voordat u
deze kunt gebruiken.
Als u de naam van de geheugenkaart wilt wijzigen, selecteert
u
Opties
Naam
geh.kaart.
>
Beveiliging van de
geheugenkaart
Selecteer
Menu
Instrumenten
>
U kunt een geheugenkaart beveiligen met een wachtwoord
om onbevoegd gebruik te voorkomen. Als u een wachtwoord
wilt instellen, selecteert u
wachtwoord mag acht tekens lang zijn en is
hoofdlettergevoelig. Het wachtwoord wordt opgeslagen op
het apparaat. U hoeft het niet opnieuw in te voeren zolang u
de geheugenkaart in hetzelfde apparaat gebruikt. Als u de
geheugenkaart in een ander apparaat gebruikt, wordt naar
het wachtwoord gevraagd. Niet alle geheugenkaarten
ondersteunen beveiliging met een wachtwoord.
formatt.. Bij het
> Geheugen.
Opties
Wachtw.
instellen. Het
>
115