Instell. EAP-plug-in
•
geselecteerd, geeft u aan welke EAP-plug-ins op uw
apparaat voor het toegangspunt moeten worden
gebruikt.
Vooraf ged. sleutel
•
sleutel
hebt geselecteerd, voert u de gedeelde
persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat kan worden
geïdentificeerd in het draadloze LAN-netwerk waarmee u
verbinding maakt.
WPA-beveiligingsinstellingen
Selecteer
WPA/WPA2
als WLAN-beveiligingsmodus.
Selecteer
WLAN-beveil.instell.
volgende opties:
WPA/WPA2
— Selecteer
•
Protocol) of
Vooraf ged. sleutel
voor apparaatidentificatie).
Instell. EAP-plug-in
•
geselecteerd, geeft u aan welke EAP-plug-ins op uw
apparaat voor het toegangspunt moeten worden
gebruikt.
Vooraf ged. sleutel
•
sleutel
hebt geselecteerd, voert u de gedeelde
persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat kan worden
geïdentificeerd in het WLAN-netwerk waarmee u
verbinding maakt.
Alleen WPA2 (modus)
•
codering (Advanced Encryption Standard) wilt toestaan,
selecteert u Uit. Als u alleen AES wilt toestaan, selecteert
u
Aan
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
— Als u
WPA/WPA2
>
— Als u
WPA/WPA2
Vooraf ged.
>
en maak een keuze uit de
EAP
(Extensible Authentication
(een geheime sleutel
— Als u
WPA/WPA2
>
— Als u
WPA/WPA2
Vooraf ged.
>
— Als u zowel TKIP- als AES-
Plug-ins voor draadloos LAN
EAP
hebt
Selecteer
Verbinding
De EAP-plug-ins (Extensible Authentication Protocol) worden
gebruikt in draadloze netwerken om draadloze apparaten en
verificatieservers te verifiëren, en dankzij de verschillende
EAP-plug-ins kunnen er diverse EAP-methoden worden
gebruikt (netwerkservice).
U kunt de EAP-plug-ins bekijken die momenteel op het
apparaat zijn geïnstalleerd (netwerkservice).
EAP-plug-ins
1. Als u de instellingen van EAP-plug-ins wilt definiëren,
selecteert u
definieert u een toegangspunt dat WLAN als
gegevensdrager gebruikt.
2. Selecteer
EAP
hebt
3. Selecteer
Instell.
EAP-plug-ins gebruiken
Als u een EAP-plug-in wilt gebruiken wanneer u via het
toegangspunt verbinding maakt met een draadloos LAN-
netwerk, selecteert u de gewenste plug-in en kiest u
Opties
> Inschakelen. De EAP-plug-ins die voor dit
toegangspunt kunnen worden gebruikt, zijn gemarkeerd. Als
u geen gebruik wilt maken van een plug-in, selecteert u
Opties
> Uitschakelen.
Als u de instellingen voor EAP-plug-ins wilt bewerken,
selecteert u
Menu
Instrumenten
>
> Toegangspunten.
Opties
Nieuw toegangspunt
>
802.1x
of
WPA/WPA2
WLAN-beveil.instell.
EAP-plug-in.
Opties
> Bewerken.
Instell.
>
>
en
als beveiligingsmodus.
WPA/WPA2
EAP
>
>
>
135