Gebruik
Gebruik
Checklijst voor
het opstarten
OPGELET: Gebruik deze pomp
niet om een pasgeïnstalleerd
systeem te spoelen. De pomp en
het systeem kan ernstig worden
beschadigd als de pomp wordt
gebruikt om het systeem te spoelen.
Verwijder de rotors tijdens het
spoelen van het systeem.
VOORZICHTIG: Er moeten
afschermplaten worden
geïnstalleerd om operators en
onderhoudspersoneel tegen
bewegende onderdelen te
beschermen. De MDL pompen
werden voorzien van
afschermplaten, deze palen
deel uit van het volledige pomp-/
aandrijvingpakket.
VOORZICHTIG: Start een pomp
niet met afdichtingspoeling,
behalve als de afdichtingsspoeling
werd geïnstalleerd en ingeschakeld.
Opstartprocedure
Uitschakelprocedure
Noodstopprocedure
Pagina 20
GEVAAR: De pomp bevat interne bewegende onderdelen.
Steek uw handen of vingers NIET in de poorten of
aandrijving van de pomp wanneer deze in bedrijf is.
Om ernstige letsels te voorkomen, installeer, reinig,
onderhoud of repareer de pomp NIET behalve indien alle
voeding is uitgeschakeld en vergrendeld.
OPGELET: Deze pompen zijn verdringerpompen, met lage
helling, en zullen zwaar worden beschadigd als deze met
gesloten kleppen in afvoerlijn of inlaatleiding worden
gebruikt. De garantie is niet geldig voor schade ten
gevolge van hydraulische overbelasting door gebruik - of
opstart - met een gesloten klep in het systeem.
1. Zorg dat de pomp correct werd geïnstalleerd, zoals
beschreven in "- Draagbare basis" op pagina 13. Controleer
"- Ontlastkleppen" op pagina 15 en installeer ontlastkleppen,
indien vereist.
2. Controleer de uitlijning van de koppeling. Zie "- Hoekuitlijning
controleren" op pagina 18.
3. Zorg dat de pomp en het leidingwerk schoon zijn en geen
vreemde materialen bevatten zoals slak, pakkingen, enz.
4. Zorg dat alle leidingaansluitingen goed vastzitten en niet lekken.
Indien mogelijk, controleer het systeem met gevaarloze
vloeistoffen.
5. Zorg dat de pomp en aandrijving zijn gesmeerd. Zie
"- Smeerpunten" beginnend op pagina 21.
6. Controleer of alle afschermplaten op hun plaats zitten
en goed vastzitten.
7. dubbele mechanische afdichtingen vereisen voldoende
toevoer en spoelvloeistoffen.
8. Zorg dat alle kleppen aan de ontlastzijde open zijn
en de stroombaan naar de bestemming open is.
9. Zorg dat alle kleppen aan de inlaatzijde open zijn en dat vloeistof
de pomp kan vullen. Een natte aanzuiging wordt aanbevolen.
10. Controleer de rotatierichting van de pomp en aandrijving om
er zeker van te zijn dat de pomp in de goede richting zal
draaien. Zie "De pomprotatie controleren" op pagina 19.
1. Start de pompaandrijving. Indien mogelijk, start aan lage
snelheid of stootsgewijs.
2. Zorg dat de vloeistof de pomp in 60 seconden kan bereiken.
Als het pomp niet begint en stabiliseert, controleer
"Probleemoplossing" op pagina 42.
1. Schakel de voeding naar de pompaandrijving uit.
2. Schakel de toevoer- en ontlastleidingen uit.
De noodstopprocedures moeten door het personeel ter plaatste
worden opgesteld nadat de vereisten van het systeem werden
beoordeeld.
95-03095-MDL_NL
Waukesha Cherry-Burrell
03/2011