(6) Mes- en tandbescherming aanbrengen (5-4/pijl).
(7) Steek de stekker van de bakbescherming in de
stekkerdoos (5-5/pijl).
(8) Bedieningshendel voor werkhydrauliek (4-11/5) over
zijn drukpunt tot in zijn voorste positie drukken.
(9) Met geschikt hefwerktuig, bv. met tweede zwenklader
met aangebouwde bak, de shovelarm van de weg te slepen
zwenklader zover omhoogbrengen, dat bij de weg te slepen
machine een mechanische shovelarmondersteuning
geplaatst kan worden (7-1).
AANWIJZING
-
Als de machine reeds langere tijd is uitgevallen,
moeten voor het aanslaan van het hefwerktuig
de hydrauliekslangen van de hefcilinders
worden genomen. De daarbij vrijkomende
hydrauliekolie moet in een voldoende grote
olieopvang worden opgevangen.
-
Na het wegslepen moeten de hefcilinders
worden gevuld met hydrauliekolie en door
meerdere keren opheffen en neerlaten van de
shovelarm worden ontlucht.
(10) Shovelarm mechanisch ondersteunen [bv. door plaatsen
van de shovelarmsteunen (speciale uitvoering) (1-1/pijlen)]
en shovelarm tot op de shovelarmondersteuning laten
zakken.
(11) Kogelkraan voor werk- en extra hydrauliek (4-10/3)
sluiten.
(12) Bedieningshendel voor werkhydrauliek (4-11/5) in
zijn uitgangsstand brengen.
(13) Blokkeer het zwenkmechanisme door de blokkeer-
spie (1-3/pijl) in de zwenkblokkering (1-4/pijl) te leggen.
(14) Sleepstang aan de weg te slepen machine
[(7-2/1 - vooruit wegslepen - rangeer- en wegsleepkoppeling
speciale uitvoering) resp. (7-3/1 - achteruit wegslepen)] en
aan het trekkende voertuig aanbrengen.
ATTENTIE
Als de machine voor niet van een rangeer- en
wegsleepkoppeling is voorzien, mag de machine
alleen achteruit worden weggesleept.
S260/S261/S270/S271/Z260
Bergen, wegslepen,
vastsjorren, optakelen
Afbeelding 7-1
2
Afbeelding 7-2
2
Afbeelding 7-3
7
1
2
1
2
7-3