Afdrukken
Besturingssysteem
Mac OS X (versie 10.3
en nieuwer)
Opmerking:
Afdrukken met-taken zijn niet beschikbaar op printers die via AppleTalk of USB
zijn aangesloten.
Beveiligde taken uitvoeren of verwijderen
Als u een beveiligde afdruktaak wilt uitvoeren of verwijderen, geeft u op het bedieningspaneel het
wachtwoord van vier cijfers op:
1. Selecteer Functies van Walk-Up > Walk-Up afdrukken en druk op OK.
2. Selecteer Beveiligde afdruktaken en druk op de knop OK.
3. Blader naar uw gebruikersnaam en druk op de knop OK.
4. Blader naar de juiste waarde voor het eerste cijfer van het numerieke wachtwoord en druk op de
knop OK om het betreffende cijfer te accepteren.
5. Herhaal stap 4 voor het tweede, derde en vierde cijfer.
Als u in het veld Wachtwoord van het stuurprogramma minder dan vier cijfers hebt
Opmerking:
ingevoerd, voert u via het bedieningspaneel nullen in vóór het wachtwoord om het wachtwoord
aan te vullen tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het stuurprogramma hebt ingevoerd, voert u
0222 in op het bedieningspaneel. Gebruik de knop Terug om naar een vorig cijfer terug te keren.
6. Als u meer dan één beveiligde afdruktaak met het betreffende wachtwoord hebt ingevoerd,
selecteert u de gewenste taak of selecteert u Allemaal en drukt u op de knop OK.
7. Selecteer Afdrukken en verwijderen of Verwijderen en druk op de knop OK om de taak uit te
voeren of te verwijderen.
Persoonlijke afdruktaken uitvoeren of verwijderen
Selecteer uw gebruikersnaam op het bedieningspaneel om een persoonlijke afdruktaak uit te voeren of
te verwijderen:
1. Selecteer Functies van Walk-Up > Walk-Up afdrukken en druk op OK.
2. Selecteer Persoonlijke afdruktaken en druk op de knop OK.
3. Selecteer uw gebruikersnaam en druk op de knop OK.
4. Selecteer Afdrukken en verwijderen of Verwijderen en druk op de knop OK om al uw persoonlijke
afdruktaken uit te voeren of te verwijderen.
98
Phaser 7500-kleurenprinter
Gebruikershandleiding
Procedure
1. In het dialoogvenster Afdrukken selecteert u Afdrukken met in de
vervolgkeuzelijst Opdrachttypen.
2. Voer een uit vier cijfers bestaand wachtwoord in, van 0000 tot en met
9999, in het veld Numeriek wachtwoord en klik op de toets Instellen.
3. Selecteer een persoonlijke opgeslagen taak of een gedeelde opgeslagen
taak in de lijst aan de linkerkant, die tegelijk met de huidige taak moet
worden uitgevoerd en klik op de toets Naar rechts verplaatsen.
4. Als u de volgorde van de uit te voeren taken wilt veranderen, selecteert u
een taak die u wilt verplaatsen in de lijst aan de rechterkant en klikt u op
de toets Omhoog verplaatsen of Omlaag verplaatsen.