Persoonlijke, persoonlijke opgeslagen, beveiligde, test- of opgeslagen
afdruktaken verzenden
Gebruik een ondersteund stuurprogramma om aan te geven of het gaat om een persoonlijke
afdruktaak, persoonlijke opgeslagen afdruktaak, beveiligde afdruktaak, testafdruktaak of een
opgeslagen afdruktaak.
Besturingssysteem
Windows 2000 of nieuwer
Mac OS X (versie 10.3
en nieuwer)
Afdrukken met-taken verzenden
In een ondersteund stuurprogramma afdruktaken selecteren om tegelijk met de huidige afdruktaak
naar de printer te sturen:
Besturingssysteem
Windows 2000 of nieuwer
Procedure
1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
2. Selecteer het taaktype bij Opdrachttype.
3. In het dialoogvenster:
• Voer voor een beveiligde afdruktaak uw wachtwoord van vier cijfers in.
• Voer voor testafdrukken en gedeelde opgeslagen afdruktaken de naam in
die u aan deze taak wilt geven.
• Voer voor een persoonlijke opgeslagen afdruktaak uw wachtwoord van vier
cijfers in en de naam die u aan deze taak wilt geven.
4. Klik op de knop OK.
In het dialoogvenster Afdrukken selecteert u het taaktype in de
vervolgkeuzelijst Opdrachttypen.
• Voer voor een beveiligde afdruktaak of een persoonlijke opgeslagen
afdruktaak een getal van vier cijfers in, van 0000 tot en met 9999, in het
veld Numeriek wachtwoord.
• Voer voor een testafdruktaak of een opgeslagen afdruktaak een
documentnaam in van maximaal 20 letters in het veld Documentnaam.
Procedure
1. Selecteer het tabblad Papier/aflevering.
2. Selecteer Afdrukken met onder Opdrachttype.
3. Selecteer in het dialoogvenster Afdrukken met in de lijst aan de linkerkant
een persoonlijke opgeslagen of gedeelde opgeslagen taak, die u samen
met de huidige taak wilt uitvoeren. Klik daarna op Toevoegen om de taak
aan de lijst Laatste opdracht aan de rechterkant toe te voegen.
4. Als u de volgorde van de uit te voeren taken wilt veranderen, selecteert u
een taak in de lijst en klikt u op de toets Omhoog verplaatsen of
Omlaag verplaatsen.
5. Klik op de knop OK.
Phaser 7500-kleurenprinter
Gebruikershandleiding
Afdrukken
97