Flowmeter Proline 400
2
Fundamentele veiligheidsinstructies
2.1
Voorwaarden voor het personeel
Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen:
‣
Opgeleide, gekwalificeerde specialisten moeten een relevante kwalificatie hebben voor
deze specifieke functie en taak.
‣
Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie.
‣
Zijn bekend met de nationale/plaatselijke regelgeving.
‣
Voor aanvang van de werkzaamheden: lees de instructies in het handboek en de
aanvullende documentatie en de certificaten (afhankelijk van de applicatie) en begrijp
deze.
‣
Volg de instructies op en voldoe aan de algemene voorschriften.
2.2
Bedoeld gebruik
Toepassing en media
Het meetinstrument dat wordt beschreven in deze beknopte handleiding is alleen bedoeld
voor flowmeting van vloeistoffen met een minimale geleidbaarheid van 5 µS/cm.
Afhankelijk van de bestelde uitvoering kan het meetinstrument ook potentieel explosieve,
ontvlambare, giftige of oxiderende media meten.
Meetinstrumenten voor gebruik in explosiegevaarlijke omgeving, in hygiënische applicaties of
waar een verhoogd risico bestaat vanwege de procesdruk, zijn overeenkomstig gemarkeerd op
de typeplaat.
Om te waarborgen dat het meetinstrument gedurende de bedrijfstijd in optimale conditie
blijft:
‣
Blijf binnen het gespecificeerde druk- en temperatuurbereik.
‣
Gebruik het meetinstrument alleen conform de specificaties op de typeplaat en de
algemene voorwaarden zoals opgenomen in de handleiding en de aanvullende
documentatie.
‣
Controleer aan de hand van de typeplaat of het instrument toegestaan is voor gebruik in de
gevaarlijke omgeving (bijv. explosieveiligheid, drukvatclassificatie)..
‣
Gebruik het meetinstrument alleen voor media waartegen de materialen die in aanraking
komen met deze media, voldoende bestendig zijn.
‣
Wanneer de omgevingstemperatuur van het meetinstrument buiten de atmosferische
temperatuur ligt, is het voldoen aan de relevante basisvoorwaarden gespecificeerd in de
bijbehorende instrumentdocumentatie van essentieel belang.
‣
Bescherm het meetinstrument continue tegen corrosie door omgevingsinvloeden.
Het meetinstrument is als optie getest conform OIML R49: 2006 en heeft een EC
typebeproevingscertificaat conform de Measuring Instruments Directive
2004/22/EC (MID) voor toepassingen onderhavig aan wettelijke metrologische controle
("custody transfer") voor koud water (bijlage MI‐001).
De toegestane temperatuur in deze toepassingen is 0 ... +50 °C (+32 ... +122 °F).
Endress+Hauser
Fundamentele veiligheidsinstructies
7