Elektrische aansluiting
5.2.1
Aansluiten van de separate uitvoering
WAARSCHUWING
L
Risico van schade aan de elektronische componenten!
‣
Sluit de sensor en de transmitter aan op dezelfde potentiaalvereffening.
‣
Sluit de sensor alleen aan op een transmitter met hetzelfde serienummer.
‣
Aard de aansluitbehuizing van de sensor via de externe aardklem.
De volgende procedure (in de getoonde volgorde) wordt aanbevolen voor de separate
uitvoering:
1.
Monteer de sensor en de transmitter.
2.
Sluit de verbindingskabel voor separate uitvoering aan.
3.
Sluit de transmitter aan.
Aansluiten van de aansluitkabel op de sensoraansluitbehuizing
Promag D
3
Sensor: aansluitmodule
1.
Maak de borgklem van de behuizing los.
2.
Schroef het deksel van de behuizing en verwijder deze.
3.
Druk de kabel door de kabelwartel. Verwijder de afdichtring van de kabelwartel niet,
teneinde een goede afdichting te waarborgen.
4.
Strip de kabel en de aders. Plaats adereindhulzen in geval van soepele aders → 21.
5.
Sluit de kabel aan conform de klembezetting .
6.
Zet de kabelwartels stevig vast.
24
3.
5 7 4 37
Flowmeter Proline 400
42 41
A0032134
Endress+Hauser