4.
Op het bedieningspaneel drukt u op de knop OK, als u het envelopformaat en de
envelopsoort die nu zijn ingesteld wilt gebruiken, of selecteer
op de knop OK.
■
Als uw envelopformaat in de lijst wordt weergegeven, selecteert u dit en drukt u op
OK. Ga naar stap 7.
■
Als uw envelopformaat niet in de lijst wordt weergegeven, selecteert u
aangepast formaat
5.
Selecteer een van de volgende opties voor Korte kant:
Druk op de knop OK wanneer het correcte formaat voor de korte kant als de huidige
■
instelling wordt weergegeven.
■
Selecteer
Wijzigen
wilt invoeren. Druk op de knoppen pijl-omhoog en pijl-omlaag om het formaat van
de korte zijde van de envelop te specificeren en druk op OK.
6.
Selecteer een van de volgende opties voor Lange kant:
■
Druk op de knop OK wanneer het correcte formaat voor de lange kant als de huidige
instelling wordt weergegeven.
■
Selecteer
Wijzigen
kant wilt invoeren. Druk op de knoppen pijl-omhoog en pijl-omlaag om het formaat
van de lange zijde van de envelop te specificeren en druk op OK.
7.
Selecteer
en druk op de knop OK.
Envelop
8.
Selecteer in het printerstuurprogramma Envelop als papiersoort of Lade 1 als papierbron.
en drukt u vervolgens op OK.
en druk op de knop OK als u een nieuw formaat voor de korte kant
en druk op de knop OK als u een nieuw formaat voor de lange
Phaser® 8560-kleurenprinter
3-41
Afdrukken op speciale media
en druk
Instelling wijzigen
Nieuw