Installatie
3.2
Gevoed door oplaadbare batterijen
3.2.1
De oplaadbare batterijen aanbrengen
10
Brand- en explosiegevaar. Gebruik uitsluitend oplaadbare NiMH-batterijen en plaats de batterijen
op de juiste wijze in het batterijvak. Als u de NiMH-batterijen niet op de juiste manier aanbrengt,
kan dit leiden tot beschadiging van het instrument, brand of explosies.
Brand- en explosiegevaar. Als u niet-oplaadbare AA-batterijen gebruikt, kunnen de
niet-oplaadbare batterijen exploderen als het instrument wordt aangesloten op de oplader.
Gebruik uitsluitend oplaadbare NiMH-batterijen van de fabrikant van het instrument.
Het instrument werkt op zes oplaadbare NiMH-batterijen
Verwijder de oplaadbare NiMH-batterijen als het instrument gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt.
Gebruik uitsluitend oplaadbare NiMH-batterijen van de fabrikant van het instrument.
1. Druk beide vergrendelingen tegelijk in en verwijder het deksel.
2. Neem de batterijhouder uit het batterijvak
3. Plaats de zes meegeleverde oplaadbare NiMH-batterijen in de batterijhouder. Let op
de polariteitsmarkeringen.
Opmerking: Controleer of de batterijen juist in het batterijvak zijn aangebracht.
4. Sluit de batterijhouder aan op de batterijklem.
5. Druk de batterijhouder in het batterijvak.
6. Druk het deksel op het batterijvak tot het hoorbaar in de vergrendelingen vastklikt.
WA A R S C H U W I N G
WA A R S C H U W I N G
L E T O P
(Afbeelding
(Afbeelding
2).
2).