4. Ingebruikname en bediening
Gevarenzone
Uitv. 0900
motor starten
Koppelingshendel (A/24) enigszins
aantrekken, veiligheidspal (A/25) laten
losspringen, koppelingshendel loslaten
en tegelijkertijd gas geven met de toe-
rentalhendel (A/1). De freeswerktuigen
beginnen te draaien.
De gewenste freesdiepte wordt verkre-
gen doordat de freesspoor op verschil-
lende diepten in de bodem drukt, de
freesspoor heeft 2 diepte-instellingen.
Gevarenzone
W
geen personen binnen de gevaren-
zone bevinden.
De motorfrees over beton of asfalt
voortbewegen alleen met aangebouwd
voorwiel en afgezette motor.
W
schoongemaakt. Motor afzetten en bou-
giekap verwijderen. Vastgeklemde voor-
werpen mogen alleen met een hulpmid-
del, bijv. een stok worden weggehaald.
De motorfrees mag alleen achterover
gekanteld worden op het stuur, om
de machine schoon te maken en wan-
neer de werktuigen verwisseld moe-
ten worden (freesspoor vooraf verwij-
deren).
motorfrees 900 / 900-S
Type 900-S
Tijdens het starten en de
werkzaamheden mogen zich
De freeswerktuigen mogen niet
met lopende motor worden
25
22
4
27