3. Machine- en bedieningselementen
Freesspoor
G
De voorwaartse beweging van de motor-
frees wordt door de freesspoor afgeremd.
Hoe dieper de freesspoor in de bodem
wordt gedrukt, des te dieper graven de
freeswerktuigen zich in de bodem in.
Uitv. 0900 021/121
De freesspoor (G/1) kan in 4 posities op
de gewenste diepte worden gemonteerd,
middels de steekbout (G/2). De spoor-
ploegboom kan worden gebruikt in de po-
sitie 'star' of in de positie 'pendel'. Voor de
positie 'star' moet deze in het gat 'A' van
3
de trekhaak worden gehangen, voor de po-
sitie 'pendel' moet gat 'B' worden gebruikt.
Uitv. 0900 131
De freesspoor (A/29) kan in 2 posities op
de gewenste diepte worden gemonteerd
27 21
met behulp van de bevestigingsgaten en
de borgclip (A/28).
H
Speciale frees
(Alleen uitv. 0900 131)
Voor bijzondere doeleinden – voor een be-
tere geleiding bij een zachte bodem, kan
de freesschaarspoor (art.nr. 1001 511) (H/1)
in plaats van de standaard-freesspoor (A/30)
worden gemonteerd, eveneens met de
I
borgclip (H/2).
Frontsteunwiel
De motorfrees kan gemakkelijker worden
getransporteerd met een Frontsteunwiel
(A/11). Zet het extra voorwiel aan de voor-
zijde op de wieldraagtap (I/2) in positie "B"
en draai de klemschroef (I/1) vast. Het
voorwiel kan tijdens het frezen aan de
motorfrees bevestigd blijven, monteer in
dat geval het voorwiel in positie "A".
22
motorfrees 900 / 900-S