4. Ingebruikname en bediening
uitv. dieselmotor
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Let erop dat het filter altijd goed wordt onderhouden en zorg voor
I
schone brandstof. Gebruik alleen merkdiesel. Denk tijdig aan de
'winterdiesel' (zie blz. 7).
De brandstof mag alleen worden bewaard in goedgekeurde brandstofjerrycans,
die in de vakhandel verkrijgbaar zijn. Verroeste stalen en niet benzinebestendige
kunststof jerrycans zijn niet toegestaan.
Om startproblemen te voorkomen, moet de brandstoftank van de machine bij de
eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand helemaal worden
gevuld.
in de vulzeef bijvullen, zodat de brandstof kan uitzetten.
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
Tank nooit in de omgeving van open vuur,
vonken of hete motoronderdelen.
Niet roken tijdens het tanken!
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank mag niet helemaal tot de rand
toe worden volgetankt, max. tot de rode markering
I
Vul motor en oliebadluchtfilter met motorolie
voordat de machine in gebruik wordt geno-
men (zie blz 39 of 40)!
oliepeil
agria Motorfrees Farmstar 1600
Wees voorzichtig met brandstof.
Let op: motor en oliebad-luchtfilter
worden vanuit de fabriek zonder
motorolie geleverd!
4
29