Voorverwarmingsregister
WTW ijzelbescherming
filterdroging
Condensaatoverloop
Zomeruitschakeling
Warmteterugwinning
IJzelbescherming WTW
Brandmelding
36
Aanvullende functies
Bij een buitentemperatuur onder 0°C wordt het
voorverwarmingsregister geactiveerd.
Bij het overschrijden van de ingestelde temperatuur
+ hysterese wordt het voorverwarmingsregister terug
uitgeschakeld.
Bij een aangesloten condensaatpomp wordt de
condensaathoeveelheid bewaakt. Wanneer de grenswaarde
wordt overschreden wordt de luchtbehandelingsunit
uitgeschakeld en wordt er een storingsmelding geactiveerd op
de BML (alleen actief bij koelconfiguraties).
Via parameters LM020/LM021 kan de ventilatie bij erg hoge
buitentemperaturen automatisch worden uitgeschakeld om
een oververhitting van de ruimte te voorkomen.
Wanneer de zomeruitschakeling geactiveerd wordt, moet de
buitensensor in het toestel buiten bedrijf worden gesteld en
moet er een externe buitensensor worden geplaatst.
In veel industriële bedrijven is er afvalwarmte van koelcircuits/
verlichtingen beschikbaar. Door een warmteterugwinning
kan deze gratis afvalwarmte ideaal ingezet worden voor
verwarmingsdoeleinden. Met een kruisstroomwarmtewisselaar
kunnen de energiekosten zo drastisch verlaagd worden.
De aansturing van de warmteterugwinning gebeurt via een
constant (0-10V) signaal. Door het meten en vergelijken
van de ruimtetemperatuur (retourluchttemperatuur), de
buitentemperatuur en de temperatuur van de toevoerlucht
wordt de warmteterugwinning ingezet zowel in verwarmings-
als in koelsituaties.
De WTW wordt met voorrang op het servosignaal verwarmen
aangestuurd. Pas wanneer de WTW met 10V aangestuurd
wordt en de insteltemperatuur nog steeds niet bereikt is, wordt
het naverwarmingsregister aangesproken.
Relevante parameters:
P-band WTW LM150, naregeltijd WTW LM151
De parameters worden alleen overeenkomstig de configuratie
geactiveerd.
De functie wordt alleen ondersteund in combinatie met een
buitensensor/ruimtesensor of retourluchtsensor.
Om rijmvorming aan afvoerluchtzijde van de WTW te
voorkomen, wordt via een ijsvormingssensor de temperatuur
van de afvoerlucht gemeten en wordt bij temperaturen
onder +1 °C de WTW steeds meer gesloten. Bij -4 °C is
de WTW volledig dicht. Het verwarmingssignaal regelt
onafhankelijk op zijn instelwaarde verder. Wanneer
de ijzelvormingstemperatuur meer dan 2 min. wordt
onderschreden wordt er een storingsmelding geactiveerd.
De storingsmelding verdwijnt automatisch terug na het
overschrijden van de grenstemperatuur. De functie
ijzelbescherming is pas actief wanneer de ventilator minstens
5 min. in bedrijf is.
Via een extern contact kan de installatie uitgeschakeld worden
of slechts één storing oplopen, zie parameter LM180.
6809505_202108