Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inschakelvoorwaarde Nachtventilatie - Wolf CGL edu Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CGL edu:
Inhoudsopgave

Advertenties

Naregeltijd cascade
LM101
Fabrieksinstelling: 2 min
Bereik: 0 - 25 min.
Maximumbegrenzing toe-
voerlucht
LM102
Fabrieksinstelling: 50°C
Bereik: 20 - 60°C
Temperatuur - regelwijze
LM103
Fabrieksinstelling:
Toevoerluchttemperatuurregeling
Voorlooptijd kleppen
LM114
Fabrieksinstelling: 0 sec.
Bereik: 0 - 150 sec.
Grenswaarde nachtventi-
latie
LM130
Fabrieksinstelling: 22°C
Bereik: 10 - 30°C
Inschakelvoorwaarde
nachtventilatie
LM131
Fabrieksinstelling: 5 K
Bereik 2 - 20 K
30
Parameters / functiebeschrijving
De cascade-naregeltijd bepaalt hoe sterk de tijdsinvloed op
de insteltemperatuur van de toevoerlucht op basis van een
regelafwijking van de ruimtetemperatuur is.
Wanneer de naregeltijd laag ingesteld wordt (hoge
tijdsinvloed) leidt dit tot korte compensatietijden, maar tot grote
schommelingen rond de instelwaarde. Wanneer de naregeltijd
hoog ingesteld wordt, leidt dit tot langere compensatietijden,
maar lagere schommelingen rond de instelwaarde.
De maximumbegrenzing van de toevoerlucht bepaalt met
welke maximale temperatuur toevoerlucht in de ruimte wordt
ingeblazen.
Bij grote temperatuurverschillen tussen de opgegeven
instelwaarde voor de temperatuur en de gemeten temperatuur
kan dit anders bij een temperatuurregeling op basis van de
ruimtelucht leiden tot het introduceren van erg warme lucht.
Deze hoge temperatuur van de toevoerlucht zou tot een
verslechtering van de luchtkwaliteit in de ruimte leiden. Om
dit te voorkomen wordt de temperatuur van de toevoerlucht in
geval van verwarming begrensd op een maximale waarde.
Hier wordt geselecteerd op welke manier de
temperatuurregeling gebeurt.
- Auto
- Toevoerluchttemperatuurregeling
- Retour - toevoerluchtcascade
Voor een precieze beschrijving van de regelfuncties; zie BML.
Om bij het inschakelen van de ventilator evt. optredende
fluitgeluiden bij de kleppen te voorkomen, worden eerst de
buitenluchtkleppen geopend en na de afgelopen tijd (60 sec.)
worden de ventilatoren ingeschakeld.
Wanneer de nachtventilatie geactiveerd is
(BASISINSTELLING), wordt door deze parameter bepaald
vanaf welke ruimtetemperatuur/ retourluchttemperatuur de
nachtventilatie gestart of opnieuw uitgeschakeld wordt (1K).
De nachtventilatie wordt gestart wanneer de
ruimtetemperatuur/ retourluchttemperatuur groter is dan de
ingestelde waarde ± 1 K.
De nachtventilatie wordt uitgeschakeld wanneer de
ruimtetemperatuur/ retourluchttemperatuur kleiner is dan de
ingestelde waarde.
Wanneer de nachtventilatie geactiveerd is
(BASISINSTELLING), wordt hier ingesteld vanaf welke
buitentemperatuur ten opzichte van de ruimtetemperatuur de
nachtventilatie wordt gestart.
De nachtventilatie wordt gestart wanneer de
buitentemperatuur lager is dan het verschil van de
ruimtetemperatuur en de parameter Inschakelvoorwaarde
nachtventilatie.
6809505_202108

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave