Actievekoolfilters
Maatregelen voor
de vorstbeveiliging
Buiten werking stellen
6661329_202202
Vorstbeveiliging /
buitenwerkingstelling
Actievekoolfilters (patronen) bij verzadiging (afloop van het voorziene aantal
bedrijfsuren) vervangen. De patronen zijn met speciale bouten (bajonetsluiting)
bevestigd. De filterpatronen draaien en naar voren toe uit het frame halen.
Bij de vervanging van de actievekoolfilterpatronen moeten ook de voorfilters worden
vervangen om optimale standtijden van de actievekoolfilter te kunnen realiseren.
Warmtewisselaar
Warm-/heetwaterverwarmer, koudwaterkoeler, platenwarmtewisselaar:
- Luchtbehandelingskasten KG Flex / KG Flex max uitsluitend opstellen in een tegen
vorst beschermde ruimte.
- Bedrijf met normaal in de handel verkrijgbare antivriesmiddelen en antivriesthermo-
staat.
- Bij uitgeschakelde verwarmingsinstallatie alle met water gevulde delen ledigen, het
resterende water met perslucht uitblazen!
- Platenwarmtewisselaars met bypass ontdooien met bypasswerking.
Dampregister:
- Bij uitgeschakelde verwarmingsinstallatie alle met water gevulde delen ledigen, het
resterende water met perslucht uitblazen!
Elektrische verwarmers:
- Geen maatregelen voor de vorstbeveiliging noodzakelijk.
-
Wassersectie
De watertoevoerleiding op de bouwplaats isoleren, indien nodig van een verwarming-
slint ('trace heating') voorzien.
De kuip en de buisleidingen ledigen, de buisleidingen met perslucht uitblazen! De
pomp ontwateren (zie de afzonderlijk bijgevoegde handleiding van de pompfabrikant)
Sifon
De sifon ter plaatse tegen bevriezing beveiligen.
Jaarlijks buiten werking stellen:
Warmtewielen periodiek in werking stellen om het oppervlak te reinigen.
Kortstondig buiten werking stellen:
De installatie via de regeling of de sturing terugdraaien tot minimaal vermogen.
De jaloeziekleppen op recirculatiewerking zetten en de buitenluchtkleppen sluiten
om afkoeling en vorstgevaar te verhinderen.
De circulatiepompen uitschakelen en de regelkleppen sluiten.
De voor vorst gevoelige inbouwdelen, zoals bv. warmtewisselaars, ledigen.
Warmtewisselaars en de door de klant geïnstalleerde aansluitleidingen uitblazen met
lucht tot deze volledig geledigd zijn.
De ventilator zolang laten nalopen tot alle oppervlakken volledig opgedroogd zijn.
Alle sifons leegmaken.
Hoofdschakelaar uitschakelen en installatie afsluiten.
Langdurig buiten werking stellen:
Dezelfde maatregelen doorvoeren als bij kortstondig buiten werking stellen.
Bijkomend de eventueel aanwezige V-riemen van ventilatoren ontspannen of hele-
maal verwijderen, om schade aan de lagers te vermijden.
Hernieuwde inbedrijfstelling:
Met visuele controle op zichtbare schade controleren.
Inbedrijfstelling uitvoeren (zoals beschreven onder Inbedrijfstelling).
KG Flex
KG Flex max
29