+ +
Aansluiting van het KA-systeem
6661329_202202
Montageaanwijzingen
De aansluitstukken met schroefverbinding van de warmtewisselaar
moeten bij het aansluiten van de aanvoer- en retourleidingen door
tegenhouden worden beschermd tegen torsie, omdat anders de collector
Opgelet
van de warmtewisselaar kan losraken onder invloed van de uitgeoefende
krachten. De warmtewisselaar is dan stuk.
Zorgen voor ontluchtings- en ledigingsmogelijkheid ter plaatse!
Op de condensaatafvoerbuizen van de koelerkuip moet altijd een sifon
worden aangesloten (zie Sifon)!
Bij inwendige aansluitingen van de warmtewisselaar moeten de buisver-
bindingen worden gerealiseerd in de daartoe voorziene lege sectie die
volgt op de warmtewisselaarsectie. Ontluchtingsmogelijkheid voorzien!
Om de buisleidingen door te voeren moeten overeenkomstige openingen
in de bodem van het toestel worden gemaakt. De openingen moeten,
nadat de buisleidingen zijn geïsoleerd, op gepaste wijze worden afgedicht.
De weerbestendige oorspronkelijke constructie omvat geen
thermische isolatie. De buisverbindingen en armaturen moeten
daarom ter plekke voldoende worden geïsoleerd of verwarmd.
Bij werking met frequentieomvormer wordt aanbevolen om in
de zomer een externe ventilatie te voorzien om oververhitten
te vermijden (max. toelaatbare temp. 45°).
Om de buisleidingen door te voeren moeten overeenkom-
stige openingen in de uitneembare bodem van de voorbouw
worden gemaakt.
KG Flex
KG Flex max
AANSLUITING VAN DE LAMEL-
LENWARMTEWISSELAAR TYPE 1
HX
Verwarmer
CX
Koeler
TX -1
Blusklep
TX -2
Uitlaat/inlaat
TX -3
Driewegklep
SX
Overdrukventiel
OX
Aflaatbuis
PX
Circuitpomp
EX
Expansievat
MX
Manometer
AANSLUITING VAN DE LAMEL-
LENWARMTEWISSELAAR TYPE 2
HX
Verwarmer
CX
Koeler
TX -1
Blusklep
TX -2
Uitlaat/inlaat
TX -3
Driewegklep
SX
Overdrukventiel
OX
Aflaatbuis
PX
Circuitpomp
EX
Expansievat
MX
Manometer
17