Het toestel verbinden met de
ventilatiekanalen
Toestellen voor plafondmontage
6661329_202202
Montageaanwijzingen
Om de overdracht van trillingen te verhinderen moet de verbinding van het toestel met
het kanaalsysteem worden uitgevoerd met flexibele verbindingen (bestanddeel van
het toestel). De flenzen van de flexibele verbindingen en van de luchtkanalen moeten
in de hoeken met bouten worden verbonden. Bij grotere leidingen moeten bovendien
klemmen worden toegepast (het verbindingsmateriaal wordt niet meegeleverd).
De met het toestel verbonden luchtkanalen moeten aan speciale steunen of ophan-
gingen worden bevestigd. De flexibele verbindingen moeten tot ongeveer 100 mm
(zie afbeelding) worden uitgetrokken.
De flexibele verbindingen worden af fabriek voorzien van een aardingsband.
Bij toestellen met aanzuig- of uitblaasopening naar beneden moeten korte kanaal-
stukken worden gemonteerd voordat het toestel op het fundament wordt neergezet.
+ +
Toestellen voor plafondmontage
kunnen als een segment worden
geleverd of uit meerdere seg-
menten bestaan.
Grote toestellen voor plafond-
montage moeten aan profielen
worden opgehangen (bij de
levering zijn die al aan het toe-
stel bevestigd), terwijl aan kleine
toestellen ophangingen zijn
aangebracht.
Om toestellen op te hangen
moeten draadstangen worden
toegepast.
Montage met
ophangprofielen
KG Flex max
Luchtbehandelingskast
Flexibele verbindingen
Kanaalsysteem
Aardingsband
Korte kanaalstukken
Dak
Montage met
ophangingen
KG Flex
Basisframe
13