3. Machine- en bedieningselementen
B/1
A/6
Stuurstang
Verstel de stuurstangen nooit tijdens de
W
werkzaamheden – kans op ongevallen!
Stuurstang – hoogteverstelling
Wederzijds kogelgreephendel
ken, tot de aanslag (B) vrij is.
linker en rechter stuurstang op de gewenste hoog-
te instellen en in de passende vertanding brengen.
kogelgreephendel
Stuurstang – zijwaartse verstelling
De stuurstang kan vanuit zijn normale positie (mid-
denpositie) ca. 30° naar links of naar rechts w or-
den gedraaid.
Kogelgreep (B/1) omhoogtrekken en in deze
positie houden, stuurstang naar links of naar rechts
in de gewenste positie brengen
kogelgreep loslaten en stuurstang enigszins
heen en weer bewegen tot de bout vastklikt.
Verschepend oog
De beugel (A/6) is bedoeld voor het verplaatsen
van de machine en voor het inhaken van de trek-
kabel, tijdens werkzaamheden op hellingen.
Geen lastopnamemiddelen met scherpe kanten
gebruiken (bv. scherpe haken, ogen enz.)!
Nooit onder hangende ladingen lopen of blij-
ven staan. Levensgevaar!
Bevestigingspunten
Voor het afslepen, opbergen en vastsjorren voor
een veilig transport, de
bevestigingspunten
aan de aansluitflens en motorbeveiligingsvoet gebrui-
ken.
agria Werktuigdrager 5500 Grizzly
zover losma-
weer vastdraaien.
3
27