Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrijf Aan De Frequentie-Omvormer - Wilo Motor T 17.3 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

14.2
Bedrijf aan de frequentie-omvor-
mer
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor T 17.3, 20.2:, EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID
Bijlage
De motor kan in de standaarduitvoering (met inachtneming van IEC 60034-17) met de
frequentie-omvormer worden gevoed. Als de nominale spanning hoger is dan 415 V/50
Hz of 480 V/60 Hz, neem dan contact op met de servicedienst. Het nominaal vermogen
van de motor moet vanwege de extra verwarming door harmonischen ca. 10 % boven
het gevraagde vermogen van de pomp liggen. Bij frequentie-omvormers die zijn voor-
zien van uitgangen met weinig harmonischen, kan de vermogensreserve van 10 %
eventueel worden teruggebracht. Het terugbrengen van de harmonischen wordt be-
reikt met uitgangsfilters. De frequentie-omvormer en het filter moeten op elkaar zijn
afgestemd.
De dimensionering van de frequentie-omvormer geschiedt volgens de nominale stroom
van de motor. U dient erop te letten dat de pomp, met name in het onderste toerental-
bereik, stoot- en trillingsvrij werkt. De mechanische afdichtingen kunnen anders lek ra-
ken en worden beschadigd. Verder moet op de stroomsnelheid in de leiding gelet wor-
den. Als de stroomsnelheid te laag is, neemt het risico op afzetting van vaste stoffen in
de pomp en de aangesloten leiding toe. Wij adviseren om een minimumstroomsnelheid
van 0,7 m/s (2,3 ft/s) aan te houden bij een manometrische pompdruk van 0,4 bar
(6 psi).
Het is van groot belang dat de pomp over het gehele regelgebied zonder trillingen, re-
sonanties, pendelmomenten en overmatig lawaai werkt. Vanwege de stroomvoorzie-
ning met veel harmonischen is een verhoogd motorgeluid normaal.
Let er bij de parametrering van de frequentie-omvormer op dat de kwadratische karak-
teristiek (U/f-karakteristiek) voor pompen en ventilatoren is ingesteld! De U/f-karakte-
ristiek zorgt ervoor dat de uitgangsspanning bij frequenties lager dan de nominale fre-
quentie (50 Hz of 60 Hz) aan het gevraagde vermogen van de pomp wordt aangepast.
Nieuwere frequentie-omvormers bieden ook een automatische energie-optimalisatie;
met deze automatische prestatie wordt hetzelfde effect bereikt. Neem voor de instel-
ling van de frequentie-omvormer de bedieningsvoorschriften van de frequentie-om-
vormer in acht.
Bij motoren die met frequentie-omvormer worden gevoed, kunnen afhankelijk van het
type en de installatieomstandigheden storingen van de bewaking van de motor optre-
den. De volgende maatregelen kunnen tot het terugbrengen of voorkomen van deze
storingen bijdragen:
ƒ
Grenswaarden van spannigspieken en stijgingssnelheden conform IEC 60034-25
aanhouden. Eventueel moet u uitgangsfilters aanbrengen.
ƒ
Pulsfrequentie van de frequentie-omvormer varieert.
ƒ
Gebruik bij storing van de interne bewaking van de afdichtingsruimte de externe
dubbelstaafs elektrode.
De volgende constructiemaatregelen kunnen eveneens tot het terugbrengen of voor-
komen van storingen bijdragen:
ƒ
Gescheiden aansluitkabels voor hoofd- en besturingskabel (afhankelijk van de con-
structieve afmeting van de motor).
ƒ
Bij de installatie voldoende afstand tussen hoofd- en besturingskabel aanhouden.
ƒ
Gebruik van afgeschermde aansluitkabels.
Samenvatting
ƒ
Min./max. frequentie bij continu bedrijf:
Asynchroonmotoren: 30 Hz tot nominale frequentie (50 Hz of 60 Hz)
Permanente magneetmotoren: 30 Hz tot aangegeven maximale frequentie vol-
gens typeplaatje
LET OP! De maximale frequentie kan minder dan 50 Hz bedragen!
Minimale stroomsnelheid naleven!
ƒ
Neem extra maatregelen met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit
in acht (keuze frequentie-omvormer, filter gebruiken enz.).
ƒ
Nooit de nominale stroom en het nominaal toerental van de motor overschrijden.
ƒ
Aansluiting van de temperatuurbewaking van de motor (bimetaal- of PTC-sensor)
moet mogelijk zijn.
nl
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motor t 20.2Emu faRexa supraRexa solid

Inhoudsopgave