6.5.4
Vermogensaansluiting permanen-
te magneetmotor
Fig. 9: Aansluiting pomp: Wilo-EFC
6.5.5
Aansluiting Digital Data Interface
5
1
2
3
6
Fig. 10: Schematische weergave hybride kabel
6.5.6
Aansluiting bewakingsinrichtin-
gen
Interne bewakingsvoorzieningen
Digital Data Interface
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor T 17.3, 20.2:, EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID
Installatie en elektrische aansluiting
Frequentie-omvormer Wilo-EFC
Klem
96
97
98
99
Motoraansluitkabel door de kabelschroefverbinding in de frequentie-omvormer voeren
en bevestigen. Aderen volgens aansluitschema aansluiten.
LET OP! Kabelafscherming over een groot oppervlak neerleggen!
LET OP
Handleiding voor de Digital Data Interface in acht nemen!
Voor meer informatie en geavanceerde instellingen, de afzonderlijke Digital Data In-
terface instructies lezen en opvolgen.
Beschrijving
Als besturingskabel wordt een hybride kabel gebruikt. De hybride kabel verenigt twee
kabels in één:
ƒ
Signaalkabel voor stuurspanning en wikkelingsbewaking
ƒ
Netwerkkabel
Pos.
Adernr./-kleur
4
1
7
2
3
4
1 = +
5
2 = -
3/4 = PTC
6
Wit (wh) = RD+
Geel (ye) = TD+
7
Oranje (og) = TD-
Blauw (bu) = RD-
De aansluiting van de Digital Data Interface is afhankelijk van de gekozen systeemmo-
dus en de verdere systeemcomponenten. Neem de inbouwvoorbeelden en aansluitvari-
anten van de handleiding voor de Digital Data Interface in acht.
LET OP! Kabelafscherming over een groot oppervlak neerleggen!
Overzicht bewakingsinrichtingen
Asynchroonmotor
T 20.2
−
Aderbenaming
U
V
W
Aarde (PE)
Beschrijving
Buitenste kabelmantel
Buitenste kabelafscherming
Binnente kabelmantel
Binnenste kabelafscherming
Aansluitdraden voedingsspanning Digital Data In-
terface. Bedrijfsspanning: 24 VDC (12-30 V FELV,
max. 4,5 W)
Aansluitdraden PTC-sensor in de motorwikkeling.
Bedrijfsspanning: 2,5 tot 7,5 VDC
Netwerkkabel voorbereiden en de meegeleverde
RJ45-stekker monteren.
Permanente magneetmotor
T 20.2
T 17.3...-P
•
•
nl
T 20.2...-P
•
29