4.2
Digital Data Interface
4.3
Bewakingsinrichtingen
Interne bewakingsvoorzieningen
Digital Data Interface
Motorwikkeling: Bimetaal
Motorwikkeling: PTC
Motorlager: Pt100
Afdichtingsruimte: geleidende sensor
Afdichtingsruimte: capacitieve sensor
Lekkagekamer: Vlotterschakelaar
Lekkagekamer: capacitieve sensor
Trillingsensor
Externe bewakingsinrichtingen
Afdichtingsruimte: geleidende sensor
4.3.1
Motor zonder Digital Data Interfa-
ce
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor T 17.3, 20.2:, EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID
Productomschrijving
ƒ
Afdichting, aan motorzijde:
–
"G" = koolstof/keramiek of SiC/SiC
–
'K' = SiC/SiC
ƒ
Afdichting, mediumzijde: SiC/SiC
ƒ
Afdichting, statisch: FKM (ASTM D 1418) of NBR (Nitril)
De exacte details van de gebruikte materialen worden in de betreffende configuratie
weergegeven.
LET OP
Handleiding voor de Digital Data Interface in acht nemen!
Voor meer informatie en geavanceerde instellingen, de afzonderlijke Digital Data In-
terface instructies lezen en opvolgen.
De Digital Data Interface is een in de motor geïntegreerde communicatiemodule met
geïntegreerde web-server. De toegang gebeurt via een grafische gebruikersinterface
met behulp van een internetbrowser. De gebruikersinterface maakt een eenvoudige
configuratie, besturing en bewaking van de pomp mogelijk. Hiervoor kunnen verschil-
lende sensoren in de pomp worden geïnstalleerd. Bovendien kunnen andere systeem-
parameters via externe signaalgevers in de besturing worden geïntegreerd. Afhankelijk
van de systeemmodus kan de Digital Data Interface:
ƒ
De pomp bewaken.
ƒ
De pomp met een frequentie-omvormer aansturen.
ƒ
De gehele installatie inclusief maximaal vier pompen aansturen.
Overzicht bewakingsinrichtingen
Asynchroonmotor
T 20.2
T 20.2
−
•
•
−
o
• (+ 1...3x Pt100)
o
o
−
−
−
•
•
−
−
•
−
•
o
−
• = seriematig, − = niet beschikbaar, o = optioneel
Alle aanwezige bewakingsapparaten moeten altijd worden aangesloten!
Bewaking motorwikkeling
De thermische motorbewaking beschermt de motorwikkeling tegen oververhitting. Een
temperatuurbegrenzing met bimetaalsensor is standaard gemonteerd. Als de werktem-
peratuur is bereikt, moet deze met een herstartblokkering worden uitgeschakeld.
Optioneel kan de temperatuurregistratie ook met PTC-sensor gebeuren. Bovendien kan
de thermische motorbewaking ook als temperatuurregeling worden uitgevoerd. Daar-
mee kunt u twee temperaturen meten. Als de werktemperatuur wordt bereikt, kan na
het afkoelen van de motor een automatische herinschakeling plaatsvinden. Pas bij het
bereiken van de hoge werktemperatuur moet een uitschakeling met herinschakelblok-
kering plaatsvinden.
Permanente magneetmotor
T 17.3...-P
T 20.2...-P
•
•
−
−
• (+ 1...3x Pt100)
• (+ 1...3x Pt100)
o
o
−
−
•
•
−
−
−
•
•
•
−
−
nl
13