Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo Motor T 17.3 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 52

Inhoudsopgave

Advertenties

nl
Trillingsensor
Externe bewakingsinrichtingen
Afdichtingsruimte: geleidende sensor
13.4.1
Motor met Digital Data Interface
13.4.2
Motor zonder Digital Data Interfa-
ce
13.4.2.1 Bewaking motorwikkeling
52
Explosie-goedkeuring
Asynchroonmotor
T 20.2
T 20.2
o
• = seriematig, − = niet beschikbaar, o = optioneel
Alle aanwezige bewakingsapparaten moeten altijd worden aangesloten!
LET OP
Handleiding voor de Digital Data Interface in acht nemen!
Voor meer informatie en geavanceerde instellingen, de afzonderlijke Digital Data In-
terface instructies lezen en opvolgen.
De evaluatie van alle bestaande sensoren wordt uitgevoerd via de Digital Data Interface.
Via de grafische gebruikersinterface van de Digital Data Interface worden de actuele
waarden weergegeven en de grensparameters ingesteld. Bij overschrijding van de
grensparameters volgt een waarschuwings- of alarmsignaal. Om een veilig uitschake-
ling van de pomp mogelijk te maken, is de motorwikkeling bovendien met PTC-senso-
ren uitgerust.
De aansluiting van de Digital Data Interface is afhankelijk van de gekozen systeemmo-
dus en de verdere systeemcomponenten. Neem de inbouwvoorbeelden en aansluitvari-
anten van de handleiding voor de Digital Data Interface in acht.
GEVAAR
Explosiegevaar door oververhitting van de motor!
Als de temperatuurbegrenzing verkeerd wordt aangesloten, bestaat explosiegevaar
vanwege oververhitting van de motor! Sluit de temperatuurbegrenzer altijd met een
handmatige herinschakelingsblokkering aan. Dit betekent dat de 'ontgrendelings-
knop' met de hand moet worden ingedrukt!
De motor is uitgerust met een temperatuurbegrenzing (1‑circuit-temperatuurbewa-
king). Optioneel kan de motor met een temperatuurregelaar en -begrenzing (2‑circuit-
temperatuurbewaking) uitgerust zijn.
Bij thermische motorbewaking wordt de werktemperatuur bepaald door de ingebouwde
sensor. Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet bij het
bereiken van de werktemperatuur de volgende schakeltoestand optreden:
ƒ
Temperatuurbegrenzing (1-temperatuurkring):
Bij het bereiken van de werktemperatuur moet een uitschakeling met herstartblok-
kering plaatsvinden!
ƒ
Temperatuurregeling en -begrenzing (2-temperatuurkringen):
Bij een bereikte werktemperatuur vóór de lage temperatuur kan een uitschakeling
met automatische herinschakeling volgen. Bij het bereiken van de werktemperatuur
vóór de hoge temperatuur moet een uitschakeling met herstartblokkering volgen!
VOORZICHTIG! Motorschade door oververhitting! Bij een automatische herin-
schakeling moeten de instructies met betrekking tot de schakelfrequentie en de
schakelpauzes worden opgevolgd!
Aansluiting van de thermische motorbewaking
ƒ
Sluit de bimetaalsensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "CM-MSS" aan-
bevolen.
Aansluitwaarden: max. 250 V(AC), 2,5 A, cos φ = 1
ƒ
Sluit de PTC-sensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "CM-MSS" aanbevo-
len.
Permanente magneetmotor
T 17.3...-P
T 20.2...-P
WILO SE 2019-10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motor t 20.2Emu faRexa supraRexa solid

Inhoudsopgave