<Instellingen directe verbinding>
Stel in of een directe verbinding moet worden gemaakt. Door deze functie in te schakelen, maakt u directe verbinding
met het apparaat mogelijk, zelfs in een omgeving zonder toegangspunten of draadloze LAN-router.
verbinden (toegangspuntmodus)(P. 114)
<Directe verbinding gebruiken>
<Uit>
<Aan>
<Alleen dir. verbinding>
<Draadloos LAN/Dir. verb. (auto schakel.)>
<Tijd tot beëindiging directe verbinding>
Geef op hoe lang het duurt voordat de verbinding automatisch wordt verbroken, nadat de directe verbinding is
ingeschakeld.
0 (Beëindig de sessie niet automatisch)
1 tot en met 10
tot en met 60 (min.)
<Menu>
directe verbinding>
<Instellingen Toegangspuntmodus>
Configureer de SSID/netwerksleutel willekeurig. Als u meerdere mobiele apparaten tegelijkertijd op het
apparaat wilt aansluiten, moet u zowel SSID als netwerksleutel willekeurig configureren.
<Aangepaste SSID gebruiken>
<Uit>
<Aan>
<SSID>
<Aangepaste netwerksleutel gebruiken>
<Uit>
<Aan>
<Netwerksleutel>
<Menu>
Toegangspuntmodus>
gebruiken>
Overzicht van menuopties
<Netwerkinstellingen>
voer de tijd in
<Netwerkinstellingen>
<Aangepaste SSID gebruiken>/<Aangepaste netwerksleutel
<Aan>
voer de SSID/netwerksleutel in
<Instellingen directe verbinding>
<Instellingen directe verbinding>
<Toepassen>
181
Direct
<Tijd tot beëindiging
<Instellingen