Een proxy instellen
Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere
apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De
clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks
met de externe bronnen. Het instellen van een proxy maakt het niet alleen mogelijk het gegevensverkeer tussen
interne en externe netwerken te beheren, maar blokkeert ook onbevoegde toegang en integreert de aanwezige
antivirusbescherming voor een nog betere beveiliging. Wanneer u Google Cloudprinter gebruikt om af te drukken via
internet, kunt u de beveiliging verbeteren door een proxy in te stellen. Als u een proxy instelt, moet u beschikken over
de benodigde gegevens, zoals het IP-adres, het poortnummer, en een gebruikersnaam en wachtwoord voor
verificatie.
●
Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt
via de externe UI, raadpleegt u
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
starten(P. 162)
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina.
UI(P. 163)
3
Selecteer [Netwerkinstellingen]
4
Klik op [Bewerken] in [Proxy-instellingen].
5
Schakel het selectievakje [Gebruik proxy] in en geef de benodigde instellingen op.
[Gebruik proxy]
Schakel het selectievakje in om de opgegeven proxyserver te gebruiken voor communicatie met een HTTP-
server.
[Adres HTTP-proxyserver]
Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving.
Het apparaat beheren
Menuopties instellen via de externe UI(P. 169) .
[TCP/IP-instellingen].
145
De externe UI
Scherm van externe
295C-037