●
Als u de printernaam invoert, kunt u meerdere printers die compatibel zijn met AirPrint gemakkelijker
identificeren.
◼
Instelling van beschikbare functies in AirPrint wijzigen
Als u functies wilt uitschakelen die u niet gaat gebruiken met in AirPrint of als u de communicatie wilt versleutelen,
configureert u de desbetreffende instelling met behulp van de externe UI.
Afdrukinstellingen veranderen
Bij het afdrukken met AirPrint wordt gebruikgemaakt van het IPP-protocol.
De functie in-/uitschakelen (Aan/Uit)
U kunt opgeven of u wilt afdrukken met AirPrint. De standaardinstelling is [Aan].
Meld u aan bij de externe UI in de Systeembeheerder-modus (
starten(P. 162) )
[Bewerken] in [Instellingen IPP-afdrukken]
in of uit
De instelling voor TLS wijzigen
U kunt opgeven of u communicatie wilt versleutelen met TLS tijdens het afdrukken met AirPrint. De
standaardinstelling is [Aan].
Meld u aan bij de externe UI in de Systeembeheerder-modus (
starten(P. 162) )
[Bewerken] in [Instellingen IPP-afdrukken]
[OK]
Het scherm voor AirPrint weergeven
U kunt het scherm voor AirPrint weergeven en zo niet alleen toegang krijgen tot de verschillende AirPrint-instellingen,
maar ook gegevens van verbruiksartikelen bekijken, zoals tonercartridges. Verder kunt u instellingen van
beveiligingsfuncties configureren.
1
Selecteer [Systeemvoorkeuren]
aan de door u gebruikte Mac.
●
Als het apparaat reeds is toegevoegd, is deze bewerking niet nodig.
2
Selecteer dit apparaat uit de lijst van printers in [Printers en scanners].
Koppelen aan mobiele apparaten
[Instellingen/registratie]
[OK]
[Instellingen/registratie]
[Printers en scanners] en voeg het apparaat toe
120
De externe UI
[Netwerkinstellingen]
schakel het selectievakje [Gebruik IPP-afdrukken]
De externe UI
[Netwerkinstellingen]
schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in of uit
[TCP/IP-instellingen]
[TCP/IP-instellingen]