Voorschriften voor het gebruik van de telefooncentrale
•
De ISDN telefooncentrales zijn volgens het Euro ISDN protocol DSS1 voor het
gebruik op ISDN-aansluitingen bestemd. Het gebruik op andere aansluitingen
kan leiden tot storingen.
•
De ISDN telefooncentrale is in overeenstemming met de norm "Veiligheid van
voorzieningen betreffende de informatietechnieken" (EN 60950) ontwikkeld en
vervaardigd. Op de ISDN telefooncentrale mogen daarom alleen toestellen
worden aangesloten die voldoen aan deze of andere gelijkwaardige Europese
Richtlijnen.
•
Installaties dienen te worden uitgevoerd door een vakman.
Installatiewerkzaamheden op het 230V-net mogen alleen worden uitgevoerd
door een elektricien. Let op het voorschrift VDE 0100.
•
Bij functiestoringen dient u de voedingskabel uit het stopcontact te halen en de
ISDN bekabeling uit de NT, en de netwerkkabel naar het netwerk of aangesloten
PC te verwijderen.
•
De ISDN telefooncentrale mag niet worden geïnstalleerd of gebruikt onder de
volgende omstandigheden:
o
buiten
o
in vochtige of natte omgevingen (bad, douche, zwembad...)
o
in een omgeving waar explosie gevaar bestaat
o
bij direct zonlicht
o
bij omgevingstemperaturen lager dan 0°C of hoger dan 40°C
o
bij sterke schokken of trillingen
o
in een stoffige omgeving
•
Plaats de aansluitkabels zorgvuldig zodat niemand erover kan struikelen. De
aansluitkabels mogen niet overmatig strak worden getrokken, geknikt of
mechanisch belast worden. De aansluitkabels mogen alleen binnen een gebouw
verplaatst worden.
•
Gebruik voor ISDN bekabeling de UTP – CAT 5 kabel.
Aanwijzingen
10