Onderhoud
cu:
Draag een beschermbril en rubber-
G
handschoenen.
Rook niet en breng geen andere ontste-
G
kingsbronnen in de buurt van de accu.
Zie pagina 10 voor uitgebreide veilig-
heidsinformatie in verband met accu's.
De procedure voor het controleren van de
accu varieert naar gelang van de accu. Deze
procedure bevat typische controles die van
toepassing zijn op veel verschillende accu's,
maar u moet altijd de instructies van de ac-
cufabrikant naleven.
DCM01920
OPGELET
Een slecht onderhouden accu raakt snel
defect.
1.
Controleer het elektrolytpeil.
2.
Controleer de lading van de accu. Als
uw boot is uitgerust met een digitale
snelheidsmeter helpen de voltmeter en
de waarschuwingsfuncties voor een te
lage accuspanning u bij het controleren
van de acculading. Raadpleeg uw
Yamaha-dealer als de accu moet wor-
den opgeladen.
3.
Controleer de accu-aansluitingen. Ze
moeten zuiver zijn, stevig vastzitten en
bedekt
zijn
WAARSCHUWING! Slechte aanslui-
61
met
een
isolatiekap.
tingen kunnen kortsluitingen en von-
ken veroorzaken en daardoor tot
explosies leiden.
DMU29333
Aansluiten van de accu
DWM00570
WAARSCHUWING
Maak de accuhouder stevig vast op een
droge, goed verluchte en trillingsvrije
plaats in de boot. Installeer een volledig
opgeladen accu in de houder.
DCM01123
OPGELET
Omkering van de accukabels beschadigt
de elektrische onderdelen.
1.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar (bij
de modellen waarop dat van toepassing
is) op "
" (uit) staat, alvorens aan de
accu te werken.
2.
Verbind de rode accukabel eerst met de
POSITIEVE (+) pool. Verbind vervol-
gens de zwarte accukabel met de NE-
GATIEVE (-) pool.
1. Rode kabel
2. Zwarte kabel
3. Accu
3.
De elektrische contacten van de accu en
de kabels moeten zuiver en juist aange-
koppeld zijn, anders kan de accu de mo-
tor niet starten.
[DWM01910]