Het is aan te raden uw buitenboordmotor te
laten onderhouden door een erkende
Yamaha-dealer vooraleer deze op te ber-
gen. U als eigenaar kunt de volgende proce-
dures echter zelf uitvoeren met een
minimum aan gereedschap.
DCM01411
OPGELET
Plaats de buitenboordmotor niet op zijn
G
zijkant vooraleer het koelwater volledig
is weggevloeid, anders kan water de ci-
linder binnendringen via de uitlaatpoort
en motorproblemen veroorzaken.
Bewaar de buitenboordmotor op een
G
droge, goed verluchte plaats, niet in di-
rect zonlicht.
DMU28304
Procedure
DMU28334
Spoelen in een testtank
DCM00300
OPGELET
Laat de motor niet draaien zonder hem te
voorzien van koelwater. Anders wordt de
waterpomp van de motor beschadigd of
loopt de motor schade op door overver-
hitting. Alvorens de motor te starten,
moet worden gecontroleerd of de koelwa-
termantels wel worden voorzien van wa-
ter.
1.
Was de ommanteling van de buiten-
boordmotor
OPGELET: Spuit geen water in de
luchtinlaat.
[DCM01840]
tie, zie pagina 49.
2.
Koppel de brandstofleiding los van de
motor of draai de brandstofkraan dicht,
indien voorzien.
3.
Neem de motorkap en het geluiddem-
perdeksel af. Verwijder de propeller.
4.
Installeer de buitenboordmotor op de
met
zuiver
water.
Voor meer informa-
testtank. Vul de tank met leidingwater tot
boven het niveau van de anti-cavitatie-
plaat. OPGELET: Als het peil van het
vers water onder het peil van de anti-
cavitatieplaat komt of als de water-
voorraad niet groot genoeg is, kan de
motor vastlopen.
1. Wateroppervlak
2. Laagste waterpeil
5.
Het doorspoelen van het koelwatersys-
teem is van cruciaal belang om te voor-
komen
dat
verstopt raakt met zout, zand of vuil. Bo-
vendien is het conserveren/smeren van
de motor noodzakelijk om overmatige
motorschade door roestvorming te voor-
komen. Voer het doorspoelen en bene-
velen
op
WAARSCHUWING! Bij het starten of
terwijl de motor draait mag u geen
elektrische onderdelen aanraken of
verwijderen. Houd handen, haar en
kleren uit de buurt van het vliegwiel
en andere draaiende onderdelen ter-
wijl de motor draait.
6.
Laat de motor enkele minuten draaien
met een snel vrijlooptoerental in neu-
traal.
7.
Net voor u de motor uitschakelt, sproeit
u snel en afwisselend wat "conserve-
Onderhoud
[DCM00291]
1
2
ZMU02051
het
koelwatersysteem
hetzelfde
tijdstip
[DWM00091]
uit.
48