Werking
Inloopperiode
Na het inlopen
1 L
(0.26 US gal,
(3.2 US gal,
0.22 Imp gal)
2.6 Imp gal)
0.01 L
(0.01 US qt,
(0.13 US qt,
0.01 Imp qt)
0.11 Imp qt)
1.
: Benzine
2.
: Motorolie
Indien uitgerust met een draagbare brand-
stoftank
1.
Giet de olie in de draagbare brandstof-
tank en voeg er vervolgens benzine aan
toe.
31
Benzine/motorolie-
verhouding
Zie pagina 26.
100:1
100:1
12 L
14 L
(3.7 US gal,
(6.3 US gal,
3.1 Imp gal)
5.3 Imp gal)
0.12 L
0.14 L
0.24 L
(0.15 US qt,
(0.25 US qt,
0.12 Imp qt)
0.21 Imp qt)
ZMU04910
24 L
1. Motorolie
2. Benzine
2.
Breng de brandstoftankdop opnieuw
aan en draai hem stevig vast.
3.
Schud met de brandstoftank om de
brandstof grondig te mengen.
4.
Zorg ervoor dat de olie en de benzine
goed met elkaar vermengd worden.
Indien uitgerust met een ingebouwde brand-
stoftank
1.
Giet de olie in een schoon brandstofblik
en voeg er vervolgens benzine aan toe.
2.
Breng de dop van het brandstofblik op-
nieuw aan en draai hem stevig vast.
3.
Schud met het brandstofblik om de
brandstof grondig te mengen.
4.
Zorg ervoor dat de olie en de benzine
goed met elkaar vermengd worden.
5.
Giet het benzine/olie-mengsel in de in-
gebouwde brandstoftank.