Vervangi n g v an o nderdel e n e n c omponenten
Inbouw:
→
De complete elektronicamodule voorzichtig in de uitsparing van het onderste deel van de behuizing schuiven.
→
De elektronicamodule voorzichtig op de contactpennen van het trajectmeetsysteem steken.
→
De elektronicamodule weer met de torx-schroef T10 bevestigen (koppel 0,4 Nm).
→
Elektrische aansluitingen weer in orde maken.
→
DIP-schakelaarstanden (4-voudig blok voor kleurcodering, 8-voudig blok van de DeviceNet-elektronicamodule
voor adres en baudrate) controleren, evt. de eerste genoteerde schakelstanden instellen.
→
Evt. het AS-interface-adres en jumperstanden instellen.
→
Zo nodig per pc-software uitgelezen instellingen via pc-software weer uitvoeren.
→
Teach-In-proces uitvoeren (zie hoofdstuk "16.1. Instellen van het trajectmeetsysteem (Teach-In)").
Werk voorzichtig en zorgvuldig, zodat de elektronica niet beschadigd raakt.
→
De behuizing sluiten met inachtneming van de aanwijzingen in hoofdstuk "8. Openen en sluiten van de
behuizing".
20.3.
Kleppen vervangen
In de besturingskoppen zijn, afhankelijk van de variant, 0 tot 3 klepmodules ingebouwd. De kleppen zijn compleet
van alle smoorvoorzieningen voor de luchttoe- en -afvoer voorzien en kunnen als klepmodule worden ingebouwd.
Aanwijzing:
(De-)montage van de kleppen in verticale positie uitvoeren,
anders bestaat het gevaar dat de terugslagklep eruit valt!
Klepmodule van boven
Afbeelding 35:
Klepmodule
Werkwijze:
→
De behuizing openen volgens de aanwijzingen in hoofdstuk "8. Openen en sluiten van de behuizing".
Smoorschroeven
Torx-schroeven (T10),
koppel:
1 Nm
nederlands
93